Basisstof 6 - Dieren- skelet

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Ordenen

BASISSTOF 6

DIEREN

DEZE LES

Korte herhaling basisstof 5: planten

Instructie basisstof 6

Huiswerk/maakwerk

Het rijk van de planten 
Indelen in  2 groepen (stammen).

Sporenplanten

Zaadplanten

Planten

Zaadplanten

De meeste planten die je kent zijn zaadplanten. Alle zaadplanten hebben bloemen. In de bloemen ontstaan zaden. Uit een zaad kan een nieuwe plant groeien.

Mossen

Voortplanting:

Mosplantjes vormen sporendoosjes die (ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

haarmos

Varens

Voortplanting:

Varens vormen sporenhoopjes aan de onderzijde van de bladeren.

Een sporenhoopje is een verzameling sporendoosjes bij elkaar.

De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Mannetjesvaren

3.6 Dieren

Een rol bij de indeling

- Uitwendig skelet -> buitenkant

- Inwendig skelet -> binnenkant

- Geen skelet

Dieren zonder skelet

Uitwendig skelet

inwendig skelet

Uitwendig skelet

Inwendig skelet

Functie van het skelet

Het skelet heeft 4 taken:

1. stevigheid
2. vorm
3. kwetsbare organen beschermen
4. Beweging mogelijk maken

 

wervelkolom 

wervels

heiligbeen

staartbeen

Ongewervelden = hebben geen wervelkolom 

Maar kunnen wel een ander skelet hebben, bijvoorbeeld een schelp, huisje of pantser.

Wervelkolom

Dieren met een wervelkolom noem je gewervelde dieren. 

Zijn wij ook gewervelde dieren?

Ongewervelde dieren

Dit zijn dus?

1. Gewervelden
2. Ongewervelden

gewervelden

1. Vissen
2. Amfibieën
3. Reptielen
4. Vogels
5. Zoogdieren

gewervelde dieren

1. inwendig skelet
2. uitwendig skelet
3. geen skelet

1. inwendig skelet
2. uitwendig skelet
3. geen skelet

1. inwendig skelet
2. uitwendig skelet
3. geen skelet

1. inwendig skelet
2. uitwendig skelet
3. geen skelet

Een mossel heeft een:

1. Inwendig skelet
2. Uitwendig skelet
3. Geen skelet
4. Weet ik niet

Dit dier heeft...

1. Een inwendig skelet
2. Een uitwendig skelet
3. Geen skelet

11. Van welk rijtje dieren horen ALLE dieren tot de gewervelden?

1. Zee-egel, leeuw, goudvis
2. Worm, adder, ijsvogel
3. Pinguïn, kikker, haai
4. Pad, aap, kreeft

Dieren zonder wervelkolom noem je ongewervelde dieren

1. Ja
2. Nee

Welke dier(en) behoren tot de groep ongewervelde dieren?

1. Schildpad
2. goudvis
3. regenworm
4. slak

Je ziet op dit plaatje twee ongewervelde dieren

1. Waar
2. Niet waar

Vandaag

Werkbladen ordenen uitdelen, in mapje doen en en invullen

Afmaken t/m basisstof 6 (denk ook aan de test jezelf).

Toets thema ordenen: woensdag 1 februari

Leren 3.1 t/m 3.8

3.9 en 3.10 = bonus of extra