Les 2.3 (1) Massa en volume

Les 2.3 (1) Massa en volume
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les 2.3 (1) Massa en volume

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Herhaling + opgave 2.2 Zuivere stoffen en mengels
  • 2.3 Massa en volume
  • Maken opgaven
  • Eventueel nakijken opgaven 

Slide 2 - Diapositive

Thee met suiker is een ...................., want het is




 .................... en blijft .................... goed gemengd. 
Oplossing
Suspensie
Troebel
Helder
Wel
Niet

Slide 3 - Question de remorquage

Sinaasappelsap is een ...................., het blijft .................... 




goed gemengd, want de sliertjes in het vruchtvlees zakken .................... naar de bodem. 
Oplossing
Suspensie
Wel
Niet
Wel
Niet

Slide 4 - Question de remorquage

Een energiedrank zoals redbull is een  ...................., 




want het is .................... en blijft .................... goed gemengd. 
Oplossing
Suspensie
Troebel
Helder
Wel
Niet

Slide 5 - Question de remorquage

Karnemelk is een  ...................., 




want het is .................... en blijft .................... goed gemengd. 
Oplossing
Suspensie
Troebel
Helder
Wel
Niet

Slide 6 - Question de remorquage

Charlotte doet een schepje wit poeder in een reageerbuis.
Ze voegt zuiver water toe en schudt. In het figuur
zie je hoe de inhoud van de reageerbuis eruitziet:
meteen na het schudden (links) en een uur later (rechts).
Waaraan zie je dat het witte poeder niet is opgelost?

Slide 7 - Question ouverte

Charlotte doet een schepje wit poeder in een
reageerbuis. Ze voegt zuiver water toe en schudt.
In het figuur zie je hoe de inhoud van de
reageerbuis eruitziet: meteen na het schudden
(links) en een uur later (rechts).
Welk soort mengsel is na het schudden ontstaan?
A
een oplossing
B
een suspensie
C
een zuivere stof
D
een opgeloste stof

Slide 8 - Quiz

Met een theezakje kun je snel een kop thee zetten. Wat is in deze situatie: 

a. Het oplosmiddel? 

b. Het filter? 

c. Het filtraat? 

d. Het residu? 
het water

het zakje
de thee
resten die in het zakje achterblijven

Slide 9 - Question de remorquage

Waarom wordt bij het zetten van koffie en thee geen koud water, maar heet water gebruikt? Geef een reden.

Slide 10 - Question ouverte

In frisdrank zit veel suiker. Kun je deze suiker uit de frisdrank halen met behulp van een filter?

A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Les 2.3 (1) Massa en volume

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Massa
  • Je meet de massa in gram (g) of in kilogram (kg)
  • 1 kg = 1000 g

  • Met een weegschaal kun je de massa bepalen. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

0,05
0,5
5
0,04
0,4
4
25
2,5
0,25
0,025
1
0,1
0,01
0,0025
0,005

Slide 16 - Question de remorquage

Volume
  • Je meet de volume in liter (L) of in milliliter (mL)
  • 1 L = 1000 mL

  • 1 L = 1 dm3
  • 1 mL = 1 cm3


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

Omrekenen

130cL=...dL
A
1,3
B
13
C
1300
D
0,13

Slide 20 - Quiz

Omrekenen

6,5dL=...mL
A
65
B
0,65
C
650
D
6500

Slide 21 - Quiz

Omrekenen:
25km3=.............dam3
A
2 500
B
25 000
C
25 000 000
D
25 000 000 000

Slide 22 - Quiz

Omrekenen:
1000 liter =
A
1 m³
B
1 dm³
C
10 dm³
D
10 m³

Slide 23 - Quiz

Omrekenen:
240 milliliter =
A
240cm3
B
240cm3
C
240000cm3
D
24m2

Slide 24 - Quiz