H3 Getallen - 1KM - 13e editie
1 / 33
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Hoe noem je deze bewerking?
3+5 =
3+5 =
A
som
B
quotiënt
C
verschil
D
product
Slide 3 - Quiz
Hoe noem je deze bewerking?
5 : 2 =
5 : 2 =
A
product
B
quotiënt
C
som
D
verschil
Slide 4 - Quiz
Hoe noem je deze bewerking?
5 X 23 =
5 X 23 =
A
som
B
verschil
C
product
D
quotiënt
Slide 5 - Quiz
Hoe noem je deze bewerking?
45 - 9 =
45 - 9 =
A
Product
B
Quotiënt
C
Som
D
Verschil
Slide 6 - Quiz
Reken uit: som, verschil, product en quotiënt van 12 en 3
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Wat is de juiste volgorde bij berekeningen?
1)
2)
3)
x en :
Haakjes
+ en -
Slide 9 - Question de remorquage
Schrijf de som over en reken uit:
40 - 4 x (5 + 2) =
40 - 4 x (5 + 2) =
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Is dit de teller of de noemer?
86
A
teller
B
noemer
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Bereken 3/8 deel van 160 =
A
20
B
80
C
60
D
30
Slide 14 - Quiz
Bereken 3/5 deel van 450 =
Schrijf elke stap op!
Schrijf elke stap op!
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Wat is een decimaal getal?
A
Veelvoud van duizend
B
Decimeter
C
Kommagetal
D
Getal met drie nullen
Slide 17 - Quiz
Wat is een decimaal getal?
A
12,5%
B
43
C
0,8
D
0,8%
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Hoe schrijf je deze breuk als decimaal getal?
A
0,005
B
0,05
C
0,5
D
5
Slide 20 - Quiz
Schrijf de breuk
als decimaal getal
als decimaal getal
A
21,9
B
2,119
C
2,19
D
0,21
Slide 21 - Quiz
3a Maak van de breuk een decimaal getal.
3/5 = ...
3/5 = ...
A
0,6
B
0,075
C
0,35
D
0,375
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Schrijf dit decimale getal als breuk
A
4102
B
24
C
451
D
204
Slide 24 - Quiz
schrijf de getallen als breuk:
2,3 en 5,21
2,3 en 5,21
Slide 25 - Question ouverte
Slide 26 - Diapositive
afronden op 1 decimaal
4,8497
4,8497
A
5,0
B
4,7
C
4,85
D
4,8
Slide 27 - Quiz
afronden op 2 decimalen
21,056
21,056
A
21,06
B
21,05
C
21,60
D
21,00
Slide 28 - Quiz
Rond het getal af op 1 én 2 decimalen:
23,094678
23,094678
Slide 29 - Question ouverte
8,4597
Afronden op twee decimalen
Afronden op drie decimalen
Afronden op één decimaal
Afronden op gehelen
8,5
8
8,4
8,45
8,44
8,46
8,460
8,459
Slide 30 - Question de remorquage
Slide 31 - Diapositive
Je kunt zinvol afronden op een heel getal
Als je 10 leerlingen eerlijk verdeelt over 3 auto's, hoeveel leerlingen zitten er dan maximaal in 1 auto?
Als je 10 leerlingen eerlijk verdeelt over 3 auto's, hoeveel leerlingen zitten er dan maximaal in 1 auto?
A
3
B
4
Slide 32 - Quiz
Ik denk dat ik klaar ben voor een proefwerk over hoofdstuk 3!
Jaaa, kom maar op met dat proefwerk!
Ja, maar ik wil het wel nog even goed doornemen.
Ik heb nog even wat oefening nodig thuis.
Ik vind het nog moeilijk, ik heb wat hulp nodig.
Ik snap er niets van. Ik geef het op.
