C4 Sociale ongelijkheid

C4 Sociale ongelijkheid
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

C4 Sociale ongelijkheid

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Examenvraag: Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat 8% van de personen van wie de ouders in
1989 boven de lage-inkomensgrens leefden, in 2013 zelf een laag inkomen had.
Leg uit of er bij deze personen sprake is van sociale mobiliteit.
Gebruik in je uitleg een omschrijving van het begrip sociale mobiliteit.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke beroepen worden meer en welke beroepen worden minder gewaardeerd?

Slide 7 - Diapositive

Bespreek met de leerlingen welke beroepen meer en welke minder gewaardeerd worden. Heeft dit te maken met inkomen of status? 
Hogere status
Lagere status

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Beroeps-prestige-ladder

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Hoe kan de overheid een open samenleving bevorderen?
Hoe kan de overheid een open samenleving bevorderen?

Slide 11 - Question ouverte

Voorbeelden zijn: goed en betaalbaar onderwijs, toegankelijke zorg en voldoende werkgelegenheid. Maar ook de invoering van een vrouwenquotum is een voorbeeld.
onderwijskansen & 
sociaal milieu

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk soort kapitaal is van invloed op onderwijskansen
A
economisch
B
sociaal
C
cultureel
D
economisch, sociaal & cultureel

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions




Gaat het in dit fragment over positietoewijzing of positieverwerving?
Gaat het in dit fragment over positietoewijzing of positieverwerving? 
A
Positieverwerving
B
Positietoewijzing
C
Geen van beide

Slide 17 - Quiz

Het antwoord is positietoewijzing, omdat het advies van Yunuscan te maken heeft met zijn taalvaardigheid. Deze is niet genoeg voor havo, omdat hij een basistaalvaardigheid heeft gemist in zijn opvoeding. Het gaat daarbij niet om zijn eigen bijdrage, maar om iets waar hij zelf niets aan heeft kunnen doen: de plek waar zijn wieg staat is van invloed geweest op de manier van (talige) socialisatie.
Positietoewijzing of verwerving?
voorschoolse opvang verplicht stellen voor kinderen met een taalachterstand
A
Positietoewijzing
B
Positieverwerving

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

kennis en vaardigheden van ouders om kinderen op een hoog niveau van onderwijs geplaatst te krijgen
A
Positietoewijzing
B
Positieverwerving

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale ongelijkheid mannen & vrouwen

Glazen plafond: functie segregatie: onzichtbare barriere vrouwen hogerop

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Loonkloof
A
positietoewijzing
B
positieverwerving
C
Beiden

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekst
Goede positie arbeidsmarkt
Minder goede positie arbeidsmarkt
ouderen
hoger-opgeleiden
mensen zonder migratie-achtergrond
mensen met migratie-achtergrond
vrouwen
Mannen
jongeren
gedeeltelijk arbeidsgeschikten- 

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Minder goede positie arbeidsmarkt
vrouwen, 
jongeren, 
ouderen, 
laagopgeleiden, 
gedeeltelijk arbeidsgeschikten & 
mensen niet-westerse migratieachtergrond 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan de minder goede positie verbeterd worden?

Slide 25 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Te veel verschillen => sociale uitsluiting Componenten Sociale uitsluiting:
  1. beperkte sociale en politieke participatie
  2. beperkte normatieve integratie: naleving gangbare waarden & normen
  3. niet goed kunnen voorzien in elementaire levensbehoeften (€),
  4. geringe toegang sociale grondrechten: onderwijs, huisvesting, gezondheidszorg &veiligheid.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekst 2
(...) Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) verkeren zo’n 600.000 Nederlanders in min of meer
chronische armoede, van drie jaar of langer. (...)
Het totaalaantal armen (dus langdurig én kortstondig) lag volgens het SCP in 2013 op 1,25 miljoen. Ruim
850.000 mensen waren zo arm dat ze zelfs te weinig hadden voor de noodzakelijke levensbehoeften, zoals
eten, woonruimte en kleding. De rest van de armen kon nog net het hoofd boven water houden, ook al
verdienden ze maar net boven de 1.000 euro netto per maand. (...)
Het is volgens de onderzoekers ‘onzeker’ of de armoedecijfers zullen dalen nu de economie weer aantrekt.
Onderzoeker Stella Hoff (...) verwacht in ieder geval niet dat ze terugkeren tot het niveau van voor de crisis
(...). Dat komt volgens haar omdat veel van de huidige armoede samenhangt met een trend die al voor de
crisis inzette en nog onverminderd doorgaat: het verdwijnen van vaste banen. (...)
Gebruik tekst 2. Leg uit dat armoede samenhangt met sociale uitsluiting. Gebruik in je uitleg:
- een component van sociale uitsluiting;
- een voorbeeld van deze component uit tekst 2.
Tekst 2
(...) Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) verkeren zo’n 600.000 Nederlanders in min of meer 
chronische armoede, van drie jaar of langer. (...)
Het totaalaantal armen (dus langdurig én kortstondig) lag volgens het SCP in 2013 op 1,25 miljoen. Ruim 
850.000 mensen waren zo arm dat ze zelfs te weinig hadden voor de noodzakelijke levensbehoeften, zoals 
eten, woonruimte en kleding. De rest van de armen kon nog net het hoofd boven water houden, ook al 
verdienden ze maar net boven de 1.000 euro netto per maand. (...)
Het is volgens de onderzoekers ‘onzeker’ of de armoedecijfers zullen dalen nu de economie weer aantrekt. 
Onderzoeker Stella Hoff (...) verwacht in ieder geval niet dat ze terugkeren tot het niveau van voor de crisis 
(...). Dat komt volgens haar omdat veel van de huidige armoede samenhangt met een trend die al voor de 
crisis inzette en nog onverminderd doorgaat: het verdwijnen van vaste banen. (...)

Gebruik tekst 2. Leg uit dat armoede samenhangt met sociale uitsluiting. Gebruik in je uitleg:
- een component van sociale uitsluiting;
- een voorbeeld van deze component uit tekst 2. 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebruik tekst 2. Leg uit dat armoede samenhangt met sociale uitsluiting. Gebruik in je uitleg:
- een component van sociale uitsluiting;
- een voorbeeld van deze component uit tekst 2.

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Vidéo

Wil je als docent dieper ingaan op kansengelijkheid in het onderwijs? Bekijk hier het lesmateriaal dat op basis van de documentaireserie gemaakt is: https://www.human.nl/onderwijs/klassen-in-de-klas-vo.html#62ead3b1-621c-4ed1-a4cc-45bb9a2709d3


Hoe kan sociaal kapitaal bijdragen aan positieverwerving?
Hoe kan sociaal kapitaal bijdragen aan positieverwerving?

Slide 34 - Question ouverte

Antwoord: Sociaal kapitaal verwijst naar een sociaal netwerk en sociale vaardigheden. Beide kunnen het makkelijker maken om bijvoorbeeld (via je netwerk) een baan of  een stage te bemachtigen.
Sander en de kloof

Slide 35 - Diapositive

Bekijk met de leerlingen aflevering 3 van het programma Sander en de Kloof: 'Kansen zijn te koop':  https://www.npostart.nl/sander-en-de-kloof/03-02-2022/VPWON_1317001

Deze aflevering laat zien hoe economisch kapitaal van invloed is op de kansen die je in de samenleving krijgt. De hele aflevering is relevant (ook voor paragraaf 2 en 3), maar mocht daar geen tijd voor zijn, zou het fragment van 0:00-5:32 ook voldoende zijn.



Om welk soort kapitaal gaat het in dit fragment?
Om welk soort kapitaal gaat het in dit fragment?
A
Sociaal kapitaal
B
Cultureel kapitaal
C
Economisch kapitaal

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan sociale ongelijkheid bestreden worden? 
Hoe kan sociale ongelijkheid
bestreden worden?

Slide 37 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions