5.2 lezen 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

lezen...

Wat is hier het tekstdoel?
De schrijver wil dat de lezer iets gaat doen.

1. activeren
2. informeren
3. overtuigen
4. vermaken

Wat is hier het tekstdoel?
De schrijver wil dat de lezer plezier heeft in het lezen van de tekst.

1. activeren
2. informeren
3. overtuigen
4. vermaken

Wat is hier de tekstsoort?
De schrijver wil dat de lezer zijn mening overneemt.

1. activerende tekst
2. informerende tekst
3. amuserende tekst
4. tekst met een mening

Wat is hier de tekstsoort?
De schrijver wil dat de lezer iets gaat doen.

1. activerende tekst
2. informerende tekst
3. amuserende tekst
4. tekst met een mening

Bij verkennend lezen lees je de:

1. titel, tussenkopjes, plaatjes, bron
2. titel, tussenkopjes, eerste zinnen van de alinea's
3. titel, inleiding, slot
4. inleiding, slot, plaatjes

De hoofdgedachte van de tekst vind je door...

1. De titel te lezen. Daar kies je 1 woord uit.
2. De inleiding te lezen. Dan is het de kernzin.
3. Verkennend te lezen. Dan stel je de vraag: waarover gaat de tekst?
4. Verdiepend te lezen. Dan stel je de vraag wat is het onderwerp?

Het onderwerp van de tekst...

1. Is minimaal 2 zinnen.
2. Kun je niet vinden door de tekst te lezen.
3. Is 1 of 2 woorden.

Wat is de kernzin van een alinea?

1. De eerste zin van de alinea.
2. De middelste zin van de alinea
3. De zin die een voorbeeld of uitleg geeft.
4. De zin met de belangrijkste informatie.

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden 'ten eerste, ook, bovendien, verder'?

1. conclusie
2. opsomming
3. volgorde
4. tegenstelling

Welk signaalwoorden horen bij het tekstverband 'reden'?

1. dus, kortom, dan ook
2. maar, daarentegen, integendeel, toch, echter
3. voordat, terwijl, tijdens, alvast, later
4. want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk

Opdrachten 1, 2 en 3 op blz 184

Werk alleen.

Werk stil.

Je bent klaar over 8 minuten.

signaalwoorden

In het slot van de tekst staat in één zin de belangrijkste informatie van de tekst (conclusie). Het is een samenvatting van de tekst of er wordt een herhaling van zijn mening gegeven.

Deze zin begint met een signaalwoord. Signaalwoorden die een conclusie aangeven: dus, dan ook, kortom.

Wat is de functie van de inleiding?

Wat is de functie van het slot?

opdrachten 4, 5 en 6 op blz 186-187

Werk alleen.

Je bent stil.

Je bent klaar over 10 minuten.

samenvatting:

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Je doet dit stil.

Je doet dit alleen.