T2 Leesvaardigheid periode 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

T2 Nederlands

Leesvaardigheid

periode 4

Bij een leestoets is het goed om de tekst eerst globaal te lezen.

1. 
2. 

Als je de tekst nauwkeurig leest, moet je alle werkwoorden onderstrepen.

1. 
2. 

Als je een vraag niet snapt, kan je hem eerst overslaan en de vraag later maken.

1. 
2. 

Wat voor vraag is dit?
"Is de titel een feit of een mening?"

1. open vraag
2. meerkeuzevraag

Wat voor vraag is dit?
"Wat wordt in alinea 2 bedoeld met 'echte' misstappen?"

1. open vraag
2. meerkeuzevraag

Soms staan er in teksten moeilijke woorden of zinnen.
Wat moet je dan doen?

Wat is de juiste volgorde?
A Kijk naar de afbeelding om de tekst te begrijpen.
B Lees terug of vooruit.
C Zoek het woord op in het woordenboek of op internet.
D Lees gewoon verder als je de zin snapt als je het woord weglaat.
E Als het woord een samenstelling is van twee of meer woorden, kijk dan of je weet wat die woorden betekenen.

Bij ... taalgebruik zeg je precies wat er gebeurt.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Bij ... taalgebruik zeg je iets 'bij wijze van spreken'.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Mijn moeder kookt van woede.

1. letterlijk taalgebruik
2. figuurlijk taalgebruik

Hij is niet op zijn achterhoofd gevallen.

1. letterlijk taalgebruik
2. figuurlijk taalgebruik

De brandweer haalde de kat uit de boom.

1. letterlijk taalgebruik
2. figuurlijk taalgebruik

Dat verhaal heeft ze uit haar duim gezogen.

1. letterlijk taalgebruik
2. figuurlijk taalgebruik

Op een feestje kijk ik altijd eerst de kat uit de boom.

1. letterlijk taalgebruik
2. figuurlijk taalgebruik

Wat is de letterlijke betekenis van onderstaande zin?

'Het regent pijpenstelen.'

Wat is de letterlijke betekenis van onderstaande zin?

'Het zal mij worst wezen.'

Welke vraag moet je stellen om te weten wat het onderwerp van een tekst is?

Welke vraag moet je stellen om te weten wat de hoofdgedachte van een tekst is?

waar vind je de hoofdgedachte van een tekst?

Het onderwerp is slechts één woord of een paar woorden.

1. 
2. 

De hoofdgedachte is een korte samenvatting van de tekst in één zin of in een paar zinnen.

1. 
2. 

Wat is het tekstdoel van een nieuwsbericht?

1. informeren
2. instructie geven
3. overtuigen
4. overhalen

Wat is het belangrijkste tekstdoel van een tekst op de site van een politieke partij?

1. informeren
2. instructie geven
3. overtuigen
4. overhalen

Waar moet je op letten als je tijdens het lezen op zoek bent naar (alinea)verbanden?

Welk verband staat er in deze zinnen?

Ik had een slecht gevoel over mijn toets. Toch heb ik een mooie zeven gehaald.

1. oorzaak-gevolg
2. doel-middel
3. opsomming
4. tegenstelling

Welk verband staat er in deze zin?

Om een goed cijfer te halen, begin ik vandaag al met leren.

1. oorzaak-gevolg
2. doel-middel
3. opsomming
4. tegenstelling

Welk verband staat er in deze zinnen?

Ik hou erg van balsporten, zoals voetbal.

1. oorzaak-gevolg
2. toelichting
3. opsomming
4. voorbeeld

Waar vind je de hoofdzaken in een tekst?

Voorbeelden en details, noem je ...

1. hoofdzaken
2. bijzaken

Is deze zin een feit of een mening?

De serie 'Shadow and Bone' is gebaseerd op de boeken en verhalen van Leigh Bardugo.

1. feit
2. mening

Is deze zin een feit of een mening?

Leigh Bardugo baseerde haar boeken op de Russische tijd van de tsaren en inspireerde haar stad Ketterdam op het Amsterdam van de Gouden Eeuw.

1. feit
2. mening

Is deze zin een feit of een mening?

De serie 'Shadow and Bone' is een aanwinst voor het fantasygenre.

1. feit
2. mening

In hoeverre ben je klaar voor de laatste leestoets van dit schooljaar?

0100