Boekenpitch en fictie 1 en 2

We beginnen met 
stillezen
Boekenpitch
Onderdeel fictie
timer
10:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

We beginnen met 
stillezen
Boekenpitch
Onderdeel fictie
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
  • Uitleg pitch.
  • Voorbeeld bekijken
  • Uitleg motief en symbool
  • Opdracht maken fictie paragraaf 2

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • Weet je wat een pitch is.

  • Kun je herkennen en uitleggen aan welke eisen je boekenpitch moet voldoen.

  • Kun je beoordelen wat er goed en minder goed is aan een gegeven boekenpitch.

  • Kun je zelfstandig de inhoud van een boekenpitch voorbereiden.

Slide 3 - Diapositive

Wat is 'een pitch' volgens jou?

Slide 4 - Question ouverte

Pitch
  • Een pitch is een korte presentatie.

  • Het doel is overtuigen.

  • Goede voorbereiding is erg belangrijk!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Boekenpitch
2 minuten

o de titel van het boek dat je wil verfilmen
o de titel van je film (verzin een nieuwe titel)
o het genre van je film
o de hoofdpersonen
o omschrijf de ontwikkeling van de hoofdpersoon m.b.v. het conflictmodel
o noem twee motieven en/of symbolen uit het boek
o de reden waarom je juist dit boek zou willen verfilmen
o wat jij voor bijzonders van de film wil maken
o waarom er veel publiek op af zal komen








Slide 7 - Diapositive

Hoe ga je te werk?

Stap 1: Lees je boek.
Stap 2: Bestudeer deze handleiding.
Stap 3: Zet je pitch op papier (omschrijf de punten bij de opdracht).
Stap 4: Kijk filmpjes van een goede pitch op YouTube.
Stap 5: Oefen! Let op de tijd. Hoe zorg je ervoor dat je enthousiast over gaat komen?




Slide 8 - Diapositive

Motieven
In verhalen wordt je aandacht soms getrokken naar verhaalelementen die opvallen doordat ze bijvoorbeeld vaker voorkomen of heel uitgebreid worden beschreven. Dit soort verhaalelementen noem je motieven. Motieven hebben een betekenis.

Slide 9 - Diapositive

Symbool
Soms staat die betekenis min of meer vast. In dat geval heb je te maken met symbolen. Bekende symbolen zijn bijvoorbeeld: een hart (liefde), een kruis (geloof), een slang (het kwaad) of een vlag (een land of vrijheid).

Slide 10 - Diapositive

Weet je dit nog?
HET CONFLICTMODEL
Fase 1: evenwicht. Het leven van de hoofdpersoon is ‘normaal’ –
Fase 2: conflict. Het leven van de hoofdpersoon verandert ingrijpend met conflict of probleem tot gevolg.
Fase 3: ontwikkeling. De hoofdpersoon moet in actie komen om goed met de verandering te leren omgaan.
Fase 4: een nieuw evenwicht: oplossing of vrede met verandering

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wat vond je goed aan deze pitch (tops)?

Slide 13 - Question ouverte

Wat vond je minder goed aan deze pitch (tips)?

Slide 14 - Question ouverte

Aan het werk!
Fictie paragraaf 2: motief en symbolen

Klassikaal  opdracht 1 maken.
Tweetallen: opdracht 2 maken

Klaar: ga je pitch voorbereiden.
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 16 - Question ouverte