Cursus 3 - Fictie §1 Ontwikkeling van de hoofdpersoon

Cursus 3 - Fictie
Welkom havo 3.
S.v.p. je methodeboek en schrift op tafel. 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 49 min

Éléments de cette leçon

Cursus 3 - Fictie
Welkom havo 3.
S.v.p. je methodeboek en schrift op tafel. 

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Deze week (zie studiewijzer op som):
  • §1 Ontwikkeling van de hoofdpersoon 
  • - Je leert het denken, voelen en handelen van personages  beschrijven
  • - Je leert de ontwikkeling van de hoofdpersoon beschrijven

  • §2 Motieven en symbolen
  • - Je leert motieven en symbolen in een verhaal herkennen
  • - Je leert betekenis geven aan motieven en symbolen

Vergeet woensdag je leesboek niet. We starten met enkele opdrachten ww-spelling.

Slide 2 - Diapositive

Noteer het antwoord in je schrift
1. Wat jammer dat jij je tuin zo (verwaarlozen).
2. Welk paard uit de manege (berijden) jij het liefst?
3. Op wie (wachten) jij gisteren op het station?
4. De kat heeft mij enorm (krabben).
5. De (uitputten) wielrenners (finishen) na ruim 100 km.

Slide 3 - Diapositive

Beantwoord onderstaande vragen 
individueel in je schrift
1. Wat is het mooiste boek dat je ooit hebt gelezen of waaruit je
   bent voorgelezen?
2. Veranderde de hoofdpersoon van dat boek gedurende het verhaal.
     Antwoord niet in ja of nee, maar motiveer je antwoord.

Slide 4 - Diapositive

Personages - er bestaan geen verhalen zonder personages
Hoofdpersoon - het belangrijkste personage, degene over wie het hele vergaat gaat. Je weet wat de hoofdpersoon hoort, ziet, denkt en voelt. De overige personages zijn bijfiguren. Een ander woord voor hoofdpersoon is protagonist. Wie kent het woord voor tegenspeler?

Slide 5 - Diapositive

Ontwikkeling hoofdpersoon

Slide 6 - Diapositive

Ontwikkeling van de hoofdpersoon

* De eerste fase is evenwicht. Het leven van de hoofdpersoon is ‘normaal’ – alles is al een tijd hetzelfde.
* In fase twee gebeurt er iets wat het leven van de hoofdpersoon ingrijpend verandert. Er ontstaat een conflict (probleem). 
   De ouders van de hoofdpersoon gaan bijvoorbeeld scheiden, de hoofdpersoon wordt ziek of moet verhuizen.
* De derde fase is ontwikkeling. De hoofdpersoon moet in actie komen om goed met de verandering te leren omgaan.
* In de laatste fase is er een oplossing van het conflict of is er een nieuw evenwicht.
   De hoofdpersoon is veranderd of heeft een belangrijke les geleerd.

Slide 7 - Diapositive

Conflictmodel-In veel verhalen heeft de hoofdpersoon een probleem dat hij probeert op te lossen.
In deze verhalen staat de ontwikkeling van de hoofdpersoon centraal. 
Die ontwikkeling kun je beschrijven aan de hand van het conflictmodel, dat uit vier fasen bestaat:
eerste fase -->  evenwicht
tweede fase --> conflict
derde fase --> ontwikkeling
vierde fase --> oplossing / nieuw evenwicht
De hoofdpersoon is veranderd 
of heeft een belangrijke les geleerd.

Slide 8 - Diapositive

 Personages 
Ontwikkeling van de
personages

Het conflictmodel

Slide 9 - Diapositive

1.2 conflictmodel
Ontwikkeling van de
personages

Het conflictmodel
Evenwicht

Conflict / motorisch moment

Ontwikkeling

Oplossing / nieuw evenwicht

Slide 10 - Diapositive

1.2 conflictmodel
Ontwikkeling van de
personages

Het conflictmodel
evenwicht: alles is min of meer ‘normaal’;


conflict: het evenwicht wordt verstoord door een gebeurtenis; vaak dwingt deze de hoofdpersoon om uit zijn ‘comfortzone’ te komen;


ontwikkeling: de hoofdpersoon moet reageren, hij komt in actie en maakt een ontwikkeling door;



oplossing of nieuw evenwicht: het conflict wordt opgelost en er ontstaat een (voorlopig) nieuw evenwicht (dat opnieuw verstoord kan worden).

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Vier controlevragen
- Bekijk de vraag.
- Ik vraag iemand de vraag te beantwoorden.

Ik deel deze LessonUp later uit, zodat jij jezelf bij de voorbereiding van je toets kunt testen of je deze theorie beheerst.

Slide 13 - Diapositive

Het conflictmodel bestaat uit .... fasen
A
twee
B
drie
C
vier
D
vijf

Slide 14 - Quiz

Het conflictmodel begint en eindigt met:
A
Evenwicht
B
Motorisch moment
C
Ontwikkeling
D
Oplossing

Slide 15 - Quiz

Wat is de jusite volgorde van het conflictmodel?
A
Evenwicht - Conflict - Ontwikkeling - Ontknoping - Afsluiting
B
Evenwicht - Ontwikkeling - Conflict - Ontknoping - Afsluiting
C
Evenwicht - Ontknoping - Conflict - ontwikkeling - Afsluiting
D
Evenwicht - Conflict - ontwikkeling - Ontknoping - Afsluiting

Slide 16 - Quiz

Het conflictmodel bestaat uit .... fasen
A
twee
B
drie
C
vier
D
vijf

Slide 17 - Quiz

Ik kan benoemen hoe een hoofdpersoon zich ontwikkelt in een verhaal.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Huiswerk voor morgen
Zie planning NN:
Cursus 3 Fictie §1 maak opdracht 1 t/m 4

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive