Les 3.1 Organismen ordenen

Organismen ordenen 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Organismen ordenen 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Uitleg basisstof 3.1
Verwerking basisstof 3.1
Quiz
Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Ordenen
Je kan voorwerpen en organismen indelen in verschillende groepen of sorteren dit noem je ordenen.

Bij ordenen verdeel je een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk.

Slide 3 - Diapositive

Neem je etui voor je en orden de inhoud ervan op je tafel.

timer
2:00

Slide 4 - Diapositive

Je hebt een grote boekenkast met heel veel boeken.
Hoe zou jij de boekenkast ordenen?
A
Boeken met dezelfde titels bij elkaar zetten
B
Boeken met dezelfde schrijver bij elkaar zetten
C
Boeken met dezelfde kleur bij elkaar zetten
D
Boeken met hetzelfde genre bij elkaar zetten

Slide 5 - Quiz

Hoe deel jij je kleding kast in?
A
Broeken bij broeken, Shirts bij shirts.
B
Alle kleuren mooi bij elkaar.
C
Ik gooi al mijn kleren random in de kast.
D
Fijnste kleding op de beste plek.

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.

  • Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Slide 7 - Diapositive



Er zijn 4 grote groepen: de rijken

Celkenmerken
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels

Slide 8 - Diapositive

Waarmee delen we organisme in?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten
C
Kenmerken
D
Dieren

Slide 9 - Quiz

geen celwand
geen bladgroenkorrels
geen celkern

Slide 10 - Diapositive

Dieren
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels



Slide 11 - Diapositive

Planten
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels 


Slide 12 - Diapositive

Schimmels
  • celkern
  • celwand 
  • bladgroenkorrels 


Slide 13 - Diapositive

Bacteriën
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels 

Slide 14 - Diapositive

Indeling
           Meercellig  Celkern  Celwand  bladgroenkorrel
Bacteriën    nee        nee       ja             nee
Schimmels   ja           ja        ja             nee
Planten        ja           ja        ja             ja
Dieren         ja           ja       nee            nee

Slide 15 - Diapositive

Soorten
In de afbeelding links zie je 2 honden: een labrador en een poedel. Deze honden kunnen zich met elkaar voortplanten.

Ze krijgen dan jonge hondjes.
Als die groot zijn, kunnen ze zich ook weer voortplanten.

Slide 16 - Diapositive

Soorten
In de afbeelding links zie je 2 dieren die zich niet samen kunnen voortplanten.

Slide 17 - Diapositive

Aan het werk
Maak van basisstof 3.1
Opdracht 
1 t/m 6

Opdracht 4 hoeft niet

Slide 18 - Diapositive

Ik heb een celwand, maar geen bladgroenkorrels.... Wie ben ik?
A
Plant
B
Bacterie
C
Dier
D
Schimmel

Slide 19 - Quiz

Welke cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke cellen
B
Plantaardige cellen

Slide 20 - Quiz

Wat zijn kenmerken van een bacterie?
A
eencellig, een celkern en een celwand.
B
eencellig, geen celkern, wel een celwand
C
meercellig, een celkern en een celwand
D
meercellig, geen celkern, wel een celwand

Slide 21 - Quiz

Hebben schimmels een celkern en/of een celwand?
A
celkern
B
celwand
C
zowel een celkern als een celwand
D
geen van beide

Slide 22 - Quiz


Dit zijn celkenmerken
A
Celkern- Celwand Bladgroenkorrels
B
Plant - Dier - Schimmel
C
cel onder de microscoop en cel met het blote oog te zien
D
Bacterie - Schimmel - Plant - Dier

Slide 23 - Quiz

Hebben planten en schimmels een celkern?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

welke onderdelen vindt je nog moeilijk
groepen maken
cellen van de 4 rijken
soorten dieren
ik snap alles

Slide 25 - Sondage

Slide 26 - Vidéo