Rekenen 4.1 en 4.2

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom bij 

Rekenen

Rekenen

4.1 en 4.2

Hoofdstuk 4 

Meetkundige figuren

4.1 Vlakke figuren

4.2 Lengte en omtrek

4.3 Oppervlakte

4.4 Ruimtelijke figuren

4.5 Inhoud

4.6 Gemengde opdrachten

lesdoelen h4

- Je leert vlakke figuren herkennen

- Je leert eigenschappen van vlakke figuren

- Je leert rekenen met lengtematen

- Je leert de omtrek te berekenen

Vlakke figuren

Ruimtefiguren

Loodrecht en evenwijdig

• Lijnen die elkaar onder een rechte hoek (90°) snijden noemen we haaks of loodrecht.
• 
  
• Lijnen die dezelfde richting hebben en elkaar niet snijden noemen, zijn evenwijdig of parallel.

Symmetrie

Lijnsymmetrie

Een figuur die je kunt dubbelvouwen, zodat de beide helften netjes op elkaar passen, heet spiegelsymmetrisch of lijnsymmetrisch.

Draaisymmetrie

Een figuur dat na draaien met zichzelf samenvalt, heet draaisymmetrisch.

Let op: een figuur is niet draaisymmetrisch als het pas bij helemaal ronddraaien op zichtzelf terecht komt.

Bij een rechthoek, zijn de overstaande zijden evenwijdig

1. Waar
2. Niet waar

Bij een ruit, staan de zijden loodrecht op elkaar

1. Waar
2. Niet waar

Dit figuur is:

1. Lijnsymmetrisch
2. Spiegelsymmetrisch
3. Draaisymmetrisch

Dit figuur is:

1. Lijnsymmetrisch
2. Spiegelsymmetrisch
3. Draaisymmetrisch

Hoeveel (lijn)symmetrieassen heeft dit figuur?

1. 1
2. 2
3. 4
4. 8

1

3

4

6

5

2

Zelfstandig werken

Wat	Paragraaf 4.1
Hoe	Zelfstandig met rekenmachine
Hulp	Uitleg in NU Rekenen online
Tijd	10 min
Klaar?	Paragraaf 4.2

4.2 Lengte en omtrek

Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte.

omtrek = om het figuur heen

omtrek

Wat is de lengte van de ontbrekende maat?

Bereken de omtrek

Het metriek stelsel - lengte

Voorbeeld

15 cm = 150 mm

600 mm = 0,6 m

15 km = ... hm

650 dam = ... km

5,5 m = .... mm

70 cm = ... mm

30 hm = ... m

830 m = ... km

Zelfstandig werken

Wat	Paragraaf 4.2
Hoe	Zelfstandig met rekenmachine
Hulp	Uitleg in NU Rekenen online
Tijd	10 min
Klaar?	Paragraaf 4.3