Interventies en rapporteren

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Uitvoeren van interventies

Vorige les ging over het vaststellen van de vp doelen en interventies (hoe ga je het doel halen)

Nu gaan we het hebben over het uitvoeren van de interventies en observeren en rapporteren

JG

Waar let je op bij het lezen van het verpleegplan?

Uitvoeringsfase

Vaardigheden die je nodig hebt bij de uitvoering van je beroep:

1. Waarnemen
2. Observeren
3. Signaleren
4. Monitoren

Wat is waarnemen?

Waarnemen

Waarnemen:

* opnemen van informatie d.m.v. de zintuigen

* Onbewust, de hele dag, elk moment

Selectief waarnemen:

 * je bepaalt (bewust of onbewust) zelf wat je wilt waarnemen

Met welke zintuigen kan je observeren?

Observeren

Bewust, doelgericht iets waarnemen

zintuigen:

- oren= luisteren

- ogen= kijken

-tastzin= voelen

- reukzin= ruiken

- Smaakzin = proeven

Signaleren is:

1. Iets opmerken
2. Iets opmerken wat niet besproken hoeft te worden
3. Iets opschrijven
4. Iets opmerken en dit aan anderen laten weten

Wat versta je onder
monitoren?

Monitoren

Resultaten van de interventies continue in de gaten houden

dit kan door je rapportage of door bv een zorgplan bespreking

Rapporteren wat is dat?

Rapporteren

Het schiftelijk/mondeling verslag doen van gebeurtenissen of situaties die zijn waargenomen. 

Je rapporteert het zorgproces van de zorgvrager

SOAP methode

S:    subjectieve gegevens (wat zegt de zv)

O:    objectieve gegevens (wat zie of meet jij)

A:    analyse van het probleem (conclusie)

P:    planning (wat heb je gedaan/ga je doen)

Voordelen rapportage via SOAP 

• Dwingend tot nauwkeurigheid en volledigheid
• Bevordert zorgvraag-gerichte overdracht
• Geschreven vanuit feitelijke verzorgingssituaties

Voorbeeld rapportage

fout:

Mw ging vandaag vaak naar het toilet.

Goed:

Mw ging vandaag 5x naar het toilet , normaal is dit 3x

Hoe ga je dit rappoteren....

Je treft een mevrouw aan met een dikke blauw/paarse vinger

ze heeft veel pijn

VOORBEELD RAPPORTAGE VOLGENS SOAP

 S:  Mevrouw vertelt me dat haar vinger tussen de deur heeft gezeten

 O: De vinger van mevrouw is dik en blauw, paars verkleurd 

A:  Vermoedelijk heeft mevrouw met haar vinger tussen de deur gezeten, zij heeft pijnklachten 

P:  Ik heb mevrouw gerustgesteld en haar vinger onder de kraan laten houden. Dokter gebeld              voor overleg. Hij komt vanmiddag naar de vinger kijken.