Verwijswoorden 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Verwijswoorden 1

Dit heb je geleerd:

- hoofdletters / leestekens / afkortingen / stopwoorden / lange zinnen / begrijpelijke taal / formeel en informeel taalgebruik

Verwijswoorden 1

Dit heb je geleerd:

- hoofdletters / leestekens / afkortingen / stopwoorden / lange zinnen / begrijpelijke taal / formeel en informeel taalgebruik

Wat is informeel taalgebruik?

1. Zakelijk
2. Persoonlijk
3. Afstandelijk
4. Straattaal

Wat is formeel taalgebruik?

1. Zakelijk
2. Persoonlijk
3. Schooltaal
4. Straatttaal

Verwijswoorden

• Verwijzen naar een woord, woordgroep, zin 
• Dit kan vooruit of terug in de tekst
• Zo voorkom je herhaling van hetzelfde woord

Mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden

• mannelijk: de-woorden, bijv. de man, de postcode, de hond
• vrouwelijk: de-woorden, bijv. de vrouw, de advocate, de poes
• onzijdige woorden: alle het-woorden

Twijfel je of een woord mannelijk of vrouwelijk is, gebruikt het woordenboek. Als er geen m of v achter het woord staat, dan kan het allebei!

Vrouwelijke woorden

Soms zie je aan het achtervoegsel dat een woord vrouwelijk is:

• - heid: overheid                          
• -de, -te: liefde, grootte
• -ing, opmerking
• -ij: partij
• -ie: familie
• -theek: bibliotheek
• -tuur: natuur

Voorbeeldzinnen

1. Onze hond loopt mank, maar ... is ook al oud

En nu even oefenen!

Onze hond loopt mank, maar ... is ook al erg oud.

1. zij
2. hij
3. het
4. dat

De lerares Engels is jarig, ... zal we trakteren.

1. ze
2. hij
3. het
4. dat

Het boek ... ik moet lezen, is veel te dik.

1. die
2. deze
3. dit
4. dat

Komen jullie vrienden ook? Nee, ... kunnen niet.

1. hun
2. die
3. hij
4. dat

Hij, die, deze, zijn zijn verwijswoorden voor een

1. mannelijk de-woord meervoud
2. vrouwelijk de-woord enkelvoud
3. mannelijk de-woord enkelvoud
4. onzijdig het-woord enkelvoud

Opdrachten

-

Opdr. 1 t/m 5 op  blz. 109+110 van je  'dunne boek'.