Geld schaarste handel hoofdstuk 2

Module 1, Hoofdstuk 2:
Van ruilen komt geen huilen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Module 1, Hoofdstuk 2:
Van ruilen komt geen huilen

Slide 1 - Diapositive

Programma
Huiswerk H1 bespreken
Uitleg §2.1 en vragen maken
Video + Uitleg Specialisatie 
Opgaven maken 
Afsluiting: wat heb je geleerd? (5 min)

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen §2.1, je kunt uitleggen:

  • Waarom er geruild wordt
  • Wanneer er een ruil tot stand kan komen
  • Wat het gevolg van een autarkie is voor de welvaart

Slide 3 - Diapositive

Uitleg
Pak pen & papier om aantekeningen te maken.

Slide 4 - Diapositive

Uitleg
Als je veel van iets hebt, wil je een deel daarvan ruilen om in 
een andere behoefte te voorzien.

Welvaart > hoger als we in meer behoeften kunnen voorzien.
Voorbeeld boek: autarkie Amerika en Engeland

Wanneer ontstaat er een ruil?
  • Wederzijds voordeel (afhankelijk van ruilverhouding)
  • De transactiekosten zijn lager dan het voordeel van de ruil 

Slide 5 - Diapositive

Opdracht


Paragraaf 2.1 Opgave 1 t/m 4
Bespreken 3
timer
10:00

Slide 6 - Diapositive

Lesdoelen §2.2 en 2.3

  • Je kunt uitleggen wanneer een ruil tot stand komt (gebruik begrippen wederzijds voordeel en transactiekosten)
  • Je kunt uitleggen waarom je moet kunnen ruilen om te kunnen specialiseren
  • Je kunt uitleggen wat het voordeel is van specialiseren

Slide 7 - Diapositive

Uitleg
Pak pen & papier om aantekeningen te maken.


Slide 8 - Diapositive

Uitleg
Geen ruil > ieder moet eigen behoefte produceren. Specialiseren in iets waar je goed in bent en dan met andere mensen ruilen > in meer behoeften voorzien. 
instituties zorgen voor lagere transactiekosten




Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Uitleg
Wat is specialisatie?
  • Iemand doet waar hij of zij  goed in is: arbeidsverdeling
Wat is schaalvergroting?
  • Je maakt meer van hetzelfde (je produceert op grotere schaal), gaat sneller/goedkoper dan bij verschillende dingen
Wat is arbeidsproductiviteit?
  • Productie van een persoon in een bepaalde tijd

Slide 11 - Diapositive

Uitleg
Arbeidsproductiviteit > de productie per werknemer in een bepaalde tijdseenheid. 

APT stijgt > in dezelfde tijd meer verdienen. Door:
  • specialisatie/arbeidsdeling
  • schaalvergroting
  • gebruik van techniek

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld
Je wast auto’s op zaterdag. Je kunt 1 auto per uur wassen (inclusief stofzuigen / waxen).

Je arbeidsproductiviteit is dus 1 auto per uur. 
Als dat bijvoorbeeld €10 oplevert, kun je de arbeidsproductiviteit in euro’s uitdrukken: €10 per uur.

Slide 13 - Diapositive


Een vriendje wil wel helpen. Hij stofzuigt terwijl jij wast. Je kunt dan met z’n tweeën 4 auto’s per uur doen. 
De arbeidsproductiviteit per persoon per uur is dan .. ?


Slide 14 - Diapositive

Uitleg
Door specialisatie en arbeidsdeling ligt de arbeidsproductiviteit hoger en kun je in dezelfde tijd dus meer verdienen.
Het lijkt dus logisch je te specialiseren in iets waar je het best in bent en dan vervolgens met anderen te ruilen (die weer ergens anders het beste in zijn).

Slide 15 - Diapositive

Opdracht


Opgaven paragraaf 2.2  : 1, 3, 6 t/m 11 
 paragraaf 2.3 1 t/m 4
timer
20:00

Slide 16 - Diapositive

Lesdoelen §2.1, je kunt uitleggen:

  • Waarom er geruild wordt
  • Wanneer er een ruil tot stand kan komen
  • Wat het gevolg van een autarkie is voor de welvaart

Slide 17 - Diapositive

Lesdoelen

  • Je kunt uitleggen wanneer een ruil tot stand komt (gebruik begrippen wederzijds voordeel en transactiekosten)
  • Je kunt uitleggen waarom je moet kunnen ruilen om te kunnen specialiseren
  • Je kunt uitleggen wat het voordeel is van specialiseren

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk
Par  1.2, opgaven 6 t/m 9. Par 2.1, opgaven 1 t/m 4
  • Tip verschuiving budgetlijn: teken de antwoorden in een grafiek. Budget € 40, prijzen broodjes € 4 en water € 2.
  • Wat gebeurt er met de budgetlijn als de prijzen dalen met hetzelfde bedrag, bv. met 1 euro? 
  • Wat gebeurt er met de lijn als de prijzen dalen met hetzelfde percentage, bv. met 50%? 

Slide 19 - Diapositive