week 38 - 1B3 - 1.4 - SO zakelijke brief

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom!

Wat ligt er op je tafel?

           

           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.

1

WELKOM!

2

Laptop

1. 1. Vragen over de zakelijke
       e-mail?
2. 2. SO maken
3. 3. Stil lezen
   
4. 
   
5. 
   

Vandaag

huiswerk

Programma

Stel: je schrijft een e-mail aan de directeur van het HVC (Uldrik Speerstra).
Wat schrijf je in de aanhef?

Geachte huiswerkdokter,
ik heb iemand nodig die me kan helpen met huiswerk,
Vind huiswerk zelf leuk maar ik heb moeite met plannen en fijn werken.
Wilt u me daarmee helpen
met vriendelijke groeten

Wat vond je goed gaan?

Wat vond je het moeilijkst?

Waar wil je extra op letten bij de volgende brief?

• Je kunt een zakelijke e-mail schrijven;
  
• Je kent het verschil tussen formeel en informeel
   taalgebruik;
• Je kunt formele taal gebruiken.

LESDOELEN

SO Schrijven H1.4

• Alles afsluiten!
• Je opent alleen outlook.

Klaar?

• Lezen in je leesboek

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Na het stil lezen schrijf je kort op wat je hebt gelezen.

Waar? Achterin je woordenschrift

Hoe?   Schrijf de datum op en daarna 3 zinnen.

Wat?   Wat gebeurde er? Wie heb je leren kennen?
              Wat viel je op? Wat vraag je je af?

Wat is een leesstukje?

• Ruim je je plek op?
  
  

• We blijven zitten tot de bel gaat.
  
  
• Schuif je je stoel aan voordat  je het  lokaal verlaat?
  
  

Tot ziens!

Huiswerk:

• Vind jij het belangrijk om nieuwe
    woorden te leren?
• Wat heb je aan een grote
   woordenschat?

Je wilt een tekst goed begrijpen. Hoeveel woorden in die tekst moet je dan kennen?

1. 2 van de 10 (minder dan de helft)
2. 5 van de 10 (de helft)
3. 7 van de 10 (iets meer dan de helft)
4. 9 van de 10 (bijna alles)

Opdracht:

Je krijgt kaartjes met woorden erop.

Bespreek met je buur

wat de woorden te maken hebben met de video.

Opdracht:

Je krijgt kaartjes met woorden erop.

Bespreek met je buur

wat de woorden te maken hebben met de video.

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag!

Maken in H1.5 - opdracht 3 t/m 7

Wat?
Met wie?

Hulp?

Eerder klaar?
En daarna?

Zelfstandig

Ik loop een rondje.

Lees in je leesboek

3 en 5e

• Ruim je je plek op?
  
  

• We blijven zitten tot de bel gaat.
  
  
• Schuif je je stoel aan voordat  je het  lokaal verlaat?
  
  

Tot ziens!

Huiswerk:
H1.5 - opdracht 3 t/m 7