week 39 - 1B3 - 1.5 woorden - les 2/3 - samenstellingen + woordtrainer

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom!

Wat ligt er op je tafel?

           

           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.

1

WELKOM!

2

 Woorden-schrift

   Pen

Laptop

1. 1. Stil lezen
   
2. 2. Zelfstandig werken
   
3. 3. Samenstellingen
   
4. 4. Ken je woorden
   
5. 
   

Vandaag

Registreren op lesson-up

huiswerk

Programma

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Na het stil lezen schrijf je kort op wat je hebt gelezen.

Waar? Achterin je woordenschrift

Hoe?   Schrijf de datum op en daarna 3 zinnen.

Wat?   Wat gebeurde er? Wie heb je leren kennen?
              Wat viel je op? Wat vraag je je af?

Wat is een leesstukje?

Schrijf ook het bladzijdenummer op!

• Je kent de betekenis van de woorden
   in lijst 1 en 2;
• Je kunt de woorden in je woordenschrift
   toepassen;
• Je kunt een samenstelling herkennen en zelf opschrijven.

LESDOELEN

Opdracht 10 op blz. 42

Werkboek

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag!

Maken in H1.5 - opdracht 10 t/m 14

Wat?
Met wie?

Hulp?

Eerder klaar?
En daarna?

Zelfstandig

Aan tafel

Woordenschrift/lezen/extra

Samenstellingen

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

   Samenstellingen: blz 45 in je werkboek

 Kinderachtig

  Grootheid

  Spiegelei

  Schoolplein

  Dagboek

 vriendelijkheid

 Bloemetje

  Kinderfiets

   Bloemstuk

 natuurlijk

 natuurcamping

Samenstellingen

Samen voorbeelden verzinnen

Maken: 18 en 19

Maak een samenstelling met het woord
'school'. Bijvoorbeeld: 'schoolgebouw'

Kan jij een samenstelling bedenken
met 3 woorden? Je mag overleggen!

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag!

Maken in H1.5 - opdracht 18 en 19

Wat?
Met wie?

Hulp?

Eerder klaar?
En daarna?

Zelfstandig

Ik loop een rondje.

Kies 15 woorden in je woordenschrift

Woorden trainen

Typ hier twee woorden uit je woordenschrift die niet in de woordenlijsten van 1.5 staan.

1. 1. Hoe leer jij woorden uit je hoofd?
      Bedenk voor jezelf 2 manieren.
   
2. 2. Wissel je antwoorden uit met je buur.

• 
  

Welke moeilijke woorden heb je vandaag in je woordenschrift geschreven?

• Je kent de betekenis van de woorden
   in lijst 1 en 2;
• Je kunt de woorden in je woordenschrift
   toepassen;
• Je kunt een samenstelling herkennen en zelf opschrijven.

LESDOELEN

• Ruim je je plek op?
  
  

• We blijven zitten tot de bel gaat.
  
  
• Schuif je je stoel aan voordat  je het  lokaal verlaat?
  
  

Tot ziens!

Huiswerk: 

Leer jouw 15 woorden uit je hoofd.