KGT Les 4 schimmels

Basisstof 4 - Schimmels
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 4 - Schimmels

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?
Huiswerk noteren
Lesdoelen
Even terugblikken
Uitleg basisstof 4
Aan de slag! (Huiswerk)



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk Thema 3.4
Vrijdag 19 januari 4e uur

Lezen: Bladzijde 176
Maken:  1 t/m 10

timer
1:30

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk Thema 3.4
Klas 1C: Maandag 20 februari - 4e uur.

Lezen: Bladzijde 176
Maken:  Blz.178: 1 t/m 8

timer
1:30

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

3.4.7 Je kunt 2 kenmerken noemen van schimmels.

3.4.8 Je kunt tenminste 2 voorbeelden noemen van gevaren en toepassingen van schimmels.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zie je op de afbeelding sporendoosjes of
sporenhoopjes
A
Sporendoosjes
B
Sporenhoopjes

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaadplanten hebben ...?
A
bloemen, bladeren, stengels en wortels
B
bladeren, stengels en wortels

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen kenmerk van zaadplanten?
A
bloemen
B
sporen
C
wortels
D
bladeren

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sporenplant of zaadplant?
A
Zaadplant
B
Sporenplant

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van schimmels

Schimmels hebben een celwand en  een celkern. Dus géén bladgroenkorrels. 

In schimmels kan dus geen fotosynthese plaatsvinden.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van schimmels

Schimmels hebben lange, dunne draden = schimmeldraden

Deze zien er uit als "pluis". Onder een microscoop kan je deze draden goed zien.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voortplanting van schimmels

Schimmels planten zich meestal voort met sporen

Bij sommige schimmels, zoals de penseelschimmel, ontstaan sporen aan de uiteinden van de schimmeldraden.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voortplanting schimmels

Bij andere schimmels zorgen de organen voor het ontstaan van sporen.

Denk aan paddenstoelen zoals een vliegenzwam of een aardappelbovist.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nut en schade
Schimmels voeden zich vaak met de resten van dode organismen. = nuttig voor de natuur. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nut en Schade
Nuttig voor mensen:
-  Om voedingsmiddelen te maken.
-  Als voedsel (paddenstoelen)
-  Om geneesmiddelen te maken.

Slide 15 - Diapositive

Gist: Om brood te laten rijzen. Ook voor bier en wijn wordt gist gebruikt. 

Antibiotica: geneesmiddelen die bacteriën doden. Gemaakt van penseelschimmels.
Nut en schade
  • Schimmels kunnen ook schadelijk zijn, wanneer ze ons voedsel bederven. 
  • Ook kunnen ze ziektes veroorzaken zoals ontstekingen (zwemmerseczeem).

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Zie je op de foto schimmeldaden weergeven?
A
Niet waar
B
Waar

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben schimmels niet?
A
Celwand
B
Bladgroenkorrels
C
Celkern
D
Celplasma

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmels hebben:
A
wel een celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand wel een celkern geen bladgroenkorrels
C
geen celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand geen celkern geen bladgroenkorrels

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Paddenstoelen horen bij het plantenrijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een paddenstoel is:
A
het huis van een kabouter
B
een schimmel
C
het voorplantingsorgaan van een schimmel
D
de stoel van een pad

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een paddenstoel is een ...
A
bacterie
B
schimmel

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag! Thema 3.4
Wat? Lezen: blz.176 Maken: Vragen 1 t/m 10
 Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot 5 minuten voor het einde van de les
Uitkomst, wat doen we ermee? Aan het einde van de les bespreken we de huiswerk vragen. Ik geef random de beurt
Klaar? Werken aan je werkstuk bio.
              Maak online de test-je-zelf thema 3.4.
               



timer
10:00

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaadplanten hebben geen.....
A
zaden
B
bloemen
C
stengels
D
sporen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions