2024 KGT Les schimmels

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Basisstof 4 - Schimmels

Leerdoelen

Je kunt 2 kenmerken noemen van schimmels.

Je kunt tenminste 2 voorbeelden noemen van gevaren en toepassingen van schimmels.

Bouw van schimmels

Schimmels hebben een celwand en  een celkern. Dus géén bladgroenkorrels. 

In schimmels kan dus geen fotosynthese plaatsvinden.

Bouw van schimmels

Schimmels hebben lange, dunne draden = schimmeldraden. 

Deze zien er uit als "pluis". Onder een microscoop kan je deze draden goed zien.

Voortplanting van schimmels

Schimmels planten zich meestal voort met sporen. 

Bij sommige schimmels, zoals de penseelschimmel, ontstaan sporen aan de uiteinden van de schimmeldraden.

Voortplanting schimmels

Bij andere schimmels zorgen de organen voor het ontstaan van sporen.

Denk aan paddenstoelen zoals een vliegenzwam of een aardappelbovist.

Nut en schade

Schimmels voeden zich vaak met de resten van dode organismen. = nuttig voor de natuur. 

Nut en Schade

Nuttig voor mensen:

-  Om voedingsmiddelen te maken.

-  Als voedsel (paddenstoelen)

-  Om geneesmiddelen te maken.

Gist: Om brood te laten rijzen. Ook voor bier en wijn wordt gist gebruikt. 

Antibiotica: geneesmiddelen die bacteriën doden. Gemaakt van penseelschimmels.

Nut en schade

• Schimmels kunnen ook schadelijk zijn, wanneer ze ons voedsel bederven. 
• Ook kunnen ze ziektes veroorzaken zoals ontstekingen (zwemmerseczeem).

Zie je op de foto schimmeldaden weergeven?

1. Niet waar
2. Waar

Wat hebben schimmels niet?

1. Celwand
2. Bladgroenkorrels
3. Celkern
4. Celplasma

Schimmels hebben:

1. wel een celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
2. wel een celwand wel een celkern geen bladgroenkorrels
3. geen celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
4. wel een celwand geen celkern geen bladgroenkorrels

Paddenstoelen horen bij het plantenrijk

1. Juist
2. Onjuist

Een paddenstoel is:

1. het huis van een kabouter
2. een schimmel
3. het voorplantingsorgaan van een schimmel
4. de stoel van een pad

Een paddenstoel is een ...

1. bacterie
2. schimmel

Aan de slag! Thema 3.4

Wat? Lezen: blz.176 Maken: Vragen 1 t/m 10

 Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.

Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.

Tijd?  Tot 5 minuten voor het einde van de les

Uitkomst, wat doen we ermee? Aan het einde van de les bespreken we de huiswerk vragen. Ik geef random de beurt

Klaar? Werken aan je werkstuk bio.

              Maak online de test-je-zelf thema 3.4.

               

Zaadplanten hebben geen.....

1. zaden
2. bloemen
3. stengels
4. sporen