Spelling §1 herhaling leerjaar 1

§1 Herhaling leerjaar 1

klas 2G
SPELLING
CURSUS 7:
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§1 Herhaling leerjaar 1

klas 2G
SPELLING
CURSUS 7:

Slide 1 - Diapositive

Je weet:
  • Wanneer je een hoofdletter schrijft en hoe je interpunctie gebruikt
  • Hoe je woorden in het meervoud schrijft en als verkleinwoord
Lesdoelen

Slide 2 - Diapositive

In deze les:

  • Hoofdletters
  • Leestekens
  • Meervoud 
  • Verkleinwoorden 

Slide 3 - Diapositive

Leestekens (,/:)
  • Een komma komt tussen twee persoonsvormen.
    Als jij kookt, doe ik de afwas.
  • Of bij een opsomming: Ik drink cola, bier, water en wijn.
  • Of voor verbindingswoorden.
    Ik ga naar huis, omdat ik niet fit ben. 
  • Een dubbele punt gebruik je bij een opsomming, toelichting of een citaat (iemand zegt iets).

Slide 4 - Diapositive

Leestekens (''...'')
  • Je schrijft aanhalingstekens als iemand iets zegt.
  • De directe rede of een citaat. Let goed op de plaats van de leestekens. 
    'Vanavond ga ik lekker op de bank hangen', zei Esmay.
    'Wil jij het oud papier buitenzetten?' vroeg Ruben aan mij.
  • Bij de indirecte rede en bij gedachten gebruik je geen aanhalingstekens.
    Ruben vroeg aan zijn broer of hij het oud papier buiten wil zetten.
aanhalingstekens

Slide 5 - Diapositive

Voeg hoofdletters en leestekens toe in de onderstaande zin:

ik ben dit weekend naar vlaardingen geweest omdat mijn broer jarig was

Slide 6 - Question ouverte

Noteer de verkleinwoorden van:
zonnebloem, koning, paraplu

Slide 7 - Question ouverte

  • Meervouden komen voor op -en of op -s.
  • Zet -en achter het woord, dit kan een verandering in het woord aanbrengen.
  • Lastig: idee (=ën) -> ideeën.
  • Zet een -s achter het woord, voeg een 'apostrof' toe als je het woord anders uitspreekt en bij afkortingen: taxi's, cd's.



Meervoud(en)

Slide 8 - Diapositive

Meervoud op -en
Meervoud op -s
pepernoot
tennisracket
handschoen
Airpod

Slide 9 - Question de remorquage

Noteer de meervoudsvorm van:
banaan, telefoon, hobby

Slide 10 - Question ouverte

Wat?
Cursus 7 Spelling, (herhaling) paragraaf 1 online
Hoe?
Zelfstandig
Hulp
Vraag de docent
Tijd
25 minuten

Waarom?
Om inzicht te krijgen in wat jij nog weet van de leerstof van leerjaar 1
Klaar?
Werk zelfstandig verder aan paragraaf 2
Herhalen
timer
25:00

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk vrijdag 22 november
1. Maak alle opdrachten van cursus 7, paragraaf 1
2. Zoek de theorie op van de schrijfwijze van een bijvoeglijk naamwoord 

Slide 12 - Diapositive