Zugspitze stof pww 1
weil
A
want
B
dus
C
terwijl
D
omdat
1 / 25
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
weil
A
want
B
dus
C
terwijl
D
omdat
Slide 1 - Quiz
deshalb
A
dus
B
omdat
C
waarom
D
daarom
Slide 2 - Quiz
der Herd
A
het hert
B
de haard
C
het fornuis
D
de kookplaat
Slide 3 - Quiz
fast
A
snel
B
vast
C
vest
D
bijna
Slide 4 - Quiz
die Postleitzahl
A
de postbode
B
de postcode
C
het postkantoor
D
het postpakket
Slide 5 - Quiz
Vertaal: de broers en zussen
Slide 6 - Question ouverte
Vertaal: op zondag
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal: al
Slide 8 - Question ouverte
Vertaal: Aardig van u
Slide 9 - Question ouverte
Vertaal: ontbreken
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal: Pas op! De politieagent is in de stad.
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal: Wanneer bezoeken de kinderen de moeder?
Slide 12 - Question ouverte
Antwoord op de vraag: Wer ist das?
Slide 13 - Question ouverte
Antwoord op de uitspraak: Meinen Eltern geht es auch gut.
Slide 14 - Question ouverte
Welke vraag hoort bij: Ich heiße Frau Rood.
Slide 15 - Question ouverte
Richtig oder falsch: Der Mann habt 3 Kinder.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 16 - Quiz
Richtig oder falsch: Morgen werdet es schönes Wetter.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 17 - Quiz
Richtig oder falsch: Ihr seid eine tolle Klasse!
A
Richtig
B
Falsch
Slide 18 - Quiz
Richtig oder falsch: dreihunderdeinundzwanzig
A
Richtig
B
Falsch
Slide 19 - Quiz
Richtig oder falsch: sechsundsechzig
A
Richtig
B
Falsch
Slide 20 - Quiz
Vertaal: zij zijn
Slide 21 - Question ouverte
Vertaal: het wordt
Slide 22 - Question ouverte
Vertaal: Silke en Anna hebben gehad
Slide 23 - Question ouverte
Vertaal: Karl en Max, jullie zijn geweest
Slide 24 - Question ouverte
Vertaal: jij bent
