Zugspitze stof pww 2
Vertaal: die Hose
A
de jas
B
het vest
C
de broek
D
de kous
1 / 20
Éléments de cette leçon
Vertaal: die Hose
A
de jas
B
het vest
C
de broek
D
de kous
Slide 1 - Quiz
die Werkstatt
A
de arbeidersstaat
B
de vacature
C
de werkplaats
D
de binnenstad
Slide 2 - Quiz
das Gleis
A
het spoor
B
het glas
C
de mist
D
de halte
Slide 3 - Quiz
pünktlich
A
puntig
B
op tijd
C
te laat
D
scherp
Slide 4 - Quiz
Vertaal: der Flug
A
de vlieg
B
het vliegtuig
C
de vlag
D
de vlucht
Slide 5 - Quiz
Vertaal: de fietsen
Slide 6 - Question ouverte
Vertaal: de gebeurtenis
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal: paars
Slide 8 - Question ouverte
Vertaal: de relatie
Slide 9 - Question ouverte
Vertaal: de gevonden voorwerpen
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal: Max wordt verliefd op Tanja.
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal: Vooraan op het perron benadrukt de volwassene de aankomst van het vliegtuig.
Slide 12 - Question ouverte
Richtig oder falsch: wir darfen
A
richtig
B
falsch
Slide 13 - Quiz
Richtig oder falsch: er woll
A
richtig
B
falsch
Slide 14 - Quiz
Richtig oder falsch: ihr weißt
A
richtig
B
falsch
Slide 15 - Quiz
Jessika hat wieder ein____ Handy (o) gekauft.
Slide 16 - Question ouverte
Dies____ Bild hängt in der Küche.
Slide 17 - Question ouverte
Ich werde mein____ Chef endlich mal d____ Wahrheit sagen!
Slide 18 - Question ouverte
Vertaal: ik lust graag
Slide 19 - Question ouverte
Vertaal: u kunt
