Fouten met verwijswoorden

Formuleren : 

Fouten met verwijswoorden
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Formuleren : 

Fouten met verwijswoorden

Slide 1 - Diapositive

1. Geef aan waar het woord 'wat' naar verwijst.
2. Geef ook de betekenis.

Mijn ouders kochten een vakantiehuis in Frankrijk, wat wij erg leuk vonden.

Slide 2 - Question ouverte

1. Geef aan waar het woord 'dat' naar verwijst.
2. Geef ook de betekenis.

Mijn ouders kochten een vakantiehuis in Frankrijk, dat wij erg leuk vonden.

Slide 3 - Question ouverte

Lesdoel: 
Ik kan fouten met verwijswoorden herkennen en verbeteren, want ik ken de regels die horen bij het gebruik van verwijswoorden.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Fouten met verwijswoorden
1. Onjuist verwijzen
Je gebruikt het verkeerde verwijswoord om naar een ander woord (of een woordgroep) in de zin te verwijzen --> het antecedent 

2. Onduidelijk verwijzen
Het gebruikte verwijswoord kan naar meerdere woorden of woordgroepen in de zin verwijzen of het verwijswoord verwijst naar iets wat niet in de tekst staat.

Slide 6 - Diapositive

Onjuist verwijzen 
De-woorden: die en deze
Het-woorden: dit en dat 

Hen: als het verwijswoord lv is, na een vz
Hun: als het verwijswoord mv is en er geen vz voor staat + nooit ow


Slide 7 - Diapositive

Onjuist verwijzen (deel II)
Vb. 1: Asperge-ijs is het smerigste dat/wat ik ooit geproefd heb.

Dat of wat?
dat: als je verwijst naar een het-woord

wat: als je verwijst naar...
  • ... een overtreffende trap
  • ... een onbepaald voornaamwoord
  • ... een hele zin of een deel van een zin

Slide 8 - Diapositive

Onjuist verwijzen (deel II)
Vb. 2: De keeper op wie/waarop de spelers vertrouwden, bleek afgeleid door de wc-rollen op het veld. 

Wie of waar...?
  • Gebruik bij personen voorzetsel + wie.
  • Gebruik bij zaken/dingen waar + voorzetsel.

Slide 9 - Diapositive

Vul in: 'dat' of 'wat'.
Gisteren zijn er in de mist diverse ongelukken gebeurd, … veel blikschade opleverde.

Slide 10 - Question ouverte

Vul in: 'aan wie' of 'waaraan', 'op wie' of 'waarop', …
De cadeaus … haar vriend aankwam, bevielen Britney allerminst.

Slide 11 - Question ouverte

Verbeter de foute verwijzing:
Het bestuur van de club heeft gezegd dat ze
van alle leden een bijdrage verwacht aan de activiteitendag.

Slide 12 - Question ouverte

Onduidelijk verwijzen
Als een verwijswoord verwijst naar iets wat helemaal niet in de tekst staat, is dat incorrect.
Vb. 3: Natuurlijk is de dierenbescherming in haar nopjes met de nieuwe regels voor de veehouderij, omdat ze dan meer ruimte hebben.

Als een verwijswoord naar meerdere antecedenten kan verwijzen, is dat incorrect.
Vb. 4: De agenten arresteerden de drugscriminelen en ze maakten een hoop stennis op straat.

Slide 13 - Diapositive

Onduidelijk verwijzen 
- Soms wijst een verwijswoord terug naar iets wat niet in de tekst staat. De zin is dan incorrect. 
- Soms ontstaat onduidelijkheid doordat er meer dan één antecedent mogelijk is. 

Er is een groot tekort aan donororganen, terwijl iedereen het kan doen. 



Slide 14 - Diapositive

Kies het juiste verwijswoord.
Het bedrijf kon niet voldoen aan de vraag van … klanten.
A
haar
B
hen
C
hun
D
zijn

Slide 15 - Quiz

Kies het juiste verwijswoord.
De apotheek kon niet voldoen aan de vraag van … klanten.
A
haar
B
hen
C
hun
D
zijn

Slide 16 - Quiz

Goed of fout? Leg uit.
De mentoren overhandigden hun aan het eind van het jaar de rapporten.

Slide 17 - Question ouverte

Vul in: 'dat' of 'wat'.
Gisteren zijn er in de mist diverse ongelukken gebeurd, … veel blikschade opleverde.

Slide 18 - Question ouverte

Ik heb het lesdoel bereikt: ik kan fouten met verwijswoorden herkennen en verbeteren
A
Juist
B
Onjuist
C
Mwah

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Lien