Congruentie

Congruentie
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Congruentie

Slide 1 - Diapositive

Persoonsvorm: Goed of fout?
''Een hoop leerlingen hebben een voldoende voor hun toets.''
A
Goed
B
Fout

Slide 2 - Quiz

Fout, want:
''Een hoop leerlingen hebben''
Een hoop = enkelvoud
--> Een hoop (...) heeft

Slide 3 - Diapositive

Congruentie
Taalfout
Getal van onderwerp en persoonsvorm moeten overeenkomen
Let op: Verwijswoorden!
Is dat niet zo: Incongruentie

Slide 4 - Diapositive

Getal ond + pv

Is onderwerp enkelvoud? Dan moet de pv ook enkelvoud zijn!
Is onderwerp meervoud? Dan moet de pv ook meervoud zijn!

Slide 5 - Diapositive

DUS:
''De jongens fietsen naar huis.''
Onderwerp: De jongens --> meervoud
Persoonsvorm: fietsen --> meervoud

Slide 6 - Diapositive

Vul de pv in:
'' 's Middags ... (eten) een aantal leerlingen thuis''

Slide 7 - Question ouverte

LET OP: 
Bij onderwerpen als ''een aantal ...'', ''een heleboel...'', ''een groep...'', ''een hoop...'', etc. 
Het goede antwoord is:
'''s Middags eet een aantal leerlingen thuis''
Een aantal -> het aantal.
Het-woorden --> ev 
DUS: pv = enkelvoud


Slide 8 - Diapositive

DUS:
FOUT: ''De voetballers hebben veel taart gegeten. Ze zal wel buikpijn hebben.''
GOED: ''De voetballers hebben veel taart gegeten. Ze zullen wel buikpijn hebben.''

Slide 9 - Diapositive

Vul in:
''De media ... gisteren over het ongeluk op de A2.''
A
berichtte
B
berichtten

Slide 10 - Quiz

Goed of fout?
''De zwerm bijen lijkt boos te zijn.''
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Vul in:
''Volgens de agent ... de dieven veel geld gestolen.''
A
heeft
B
hebben

Slide 12 - Quiz

Vul in:
''De snoepjes van Chantal zijn nu al opgegeten. Ze ... groot fan van drop.''
A
is
B
zijn

Slide 13 - Quiz

Goed of fout?
''De directrice heeft twee werknemers ontslagen. Zij presteerde niet goed.''
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quiz

Goed of fout?
''Toen ik over de reling keek, zwommen een school vissen voorbij.''
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

- Maak nu opdracht 3 op bladzijde 83

Slide 16 - Diapositive