Hoofdstuk 5: Waarde toevoegen les 2


Produceren = het toevoegen van waarde aan een product
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Economie Middelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


Produceren = het toevoegen van waarde aan een product

Slide 1 - Diapositive

Produceren of het toevoegen van waarde doen bedrijven met behulp van de productiefactoren

Slide 2 - Diapositive

Wat is zijn de beloningen voor kapitaal (5.1)
A
Rente en Loon
B
Huur en Rente
C
Winst en Rente
D
Loon en Huur

Slide 3 - Quiz

Wat is de beloning voor arbeid (5.1)
A
Loon
B
Winst
C
Rente
D
Pacht

Slide 4 - Quiz

Wat is de beloning voor natuur? (5.1)
A
Loon
B
Winst
C
Rente
D
Pacht

Slide 5 - Quiz

Wat is de beloning voor ondernemerschap? (5.1)
A
Pacht
B
Loon
C
Winst
D
Rente

Slide 6 - Quiz

Afzet – omzet – brutowinst - nettowinst
Afzet = aantal verkochte producten
Omzet = Afzet x verkoopprijs
Brutowinst = omzet – inkoopwaarden
Nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten

Slide 7 - Diapositive

Resultatenrekening
Resultatenrekening = een overzicht van alle kosten en opbrengsten van een bedrijf op een bepaalde periode. 

Slide 8 - Diapositive

Voorraad- of stroomgrootheid

Slide 9 - Diapositive

Bereken de afschrijvingskosten die per jurk worden doorberekend als er maandelijks vijftig jurken geproduceerd en verkocht worden (5.4)

Slide 10 - Question ouverte

Bereken de afschrijvingskosten die per jurk worden doorberekend als er maandelijks vijftig jurken geproduceerd en verkocht worden. (5.4)
Ze moet in totaal €30.000 bij elkaar "sparen" over 10 jaar. Dat is dus 30.000/10=€3.000 per jaar. Per maand wordt er 3.000/12=€250 afgeschreven. Dat is 250/50=€5 per jurk 

Slide 11 - Diapositive

Bepaal met behulp van de resultatenrekening de winst van Natascha. (5.5)

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Bereken de winst over februari 2015 (5.6a)

Slide 14 - Question ouverte

Bereken de toegevoegde waarde over februari 2015. (5.6b)

Slide 15 - Question ouverte

Bereken de toegevoegde waarde over februari 2015. (5.6b)
De toegevoegde waarde: 
Omzet - inkoopwaarde - diensten van derden
of
Loon+rente+huur+winst 

Slide 16 - Diapositive

Laat zien dat de productiewaarde gelijks is aan de som van de verdiende inkomens. (5.6c)

Slide 17 - Question ouverte

Bereken hoeveel shirts Stekelenburg deze week moet verkopen om €1.000 winst te maken (5.8a)

Slide 18 - Question ouverte

Bereken hoeveel shirts Stekelenburg deze week moet verkopen om €1.000 winst te maken (5.8a)
De opbrengst per shirt is €50
De variabele kosten per shirt zijn €21
De totale vaste kosten zijn €740 
Per shirt is er 50-21=€29 over om de vaste kosten te dekken. 
In totaal wil ik dus €1.740 binnen halen met de verkoop. €740 vaste kosten en €1.000 winst. 
1.740/29= 60 shirts moet ik verkopen 

Slide 19 - Diapositive

Leg uit waarom een internet winkel zoals deze is opgezet weinig schulden heeft. (5.8c)

Slide 20 - Question ouverte

Zelf nog maken:
5.7 & 5.8b
zelftest 

Slide 21 - Diapositive

Tot de productiefactoren worden gerekend:
A
Ondernemerschap, arbeid en natuur
B
Kapitaal, arbeid en winst
C
Natuur, arbeid en loon
D
Loon, pacht en rente

Slide 22 - Quiz

Van een onderneming is bekend dat de omzet in 2013 €7.500.000 is. Het verbruik van grondstoffen en energie is €2.400.000. De winst is 4% van de omzet en het totaal van de loonkosten is €900.000. De rente, pacht en huur bedragen samen:
A
€3.600.000
B
€3.300.000
C
€3.900.000
D
€6.600.000

Slide 23 - Quiz

I: Winst en rente zijn de beloningen voor ondernemerschap
II: Pacht en huur zijn beide inkomens uit bezit
A
Beide beweringen zijn juist
B
Alleen bewering I is juist
C
Alleen bewering II is juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 24 - Quiz

In 2015 heeft bloemenkweker Paul Roos 20.000 dozen bloemen verkocht tegen een gemiddelde prijs van €10 per doos. Hij heeft voor €40.000 aan pootgoed ingekocht en zijn energierekening bedraagt €5.000. In 2015 betaalt hij €1.000 aan rente.
Bereken de omzet is 2015 (5.12a)

Slide 25 - Question ouverte

In 2015 heeft bloemenkweker Paul Roos 20.000 dozen bloemen verkocht tegen een gemiddelde prijs van €10 per doos. Hij heeft voor €40.000 aan pootgoed ingekocht en zijn energierekening bedraagt €5.000. In 2015 betaalt hij €1.000 aan rente.
Bereken de winst over 2015 (5.12c)

Slide 26 - Question ouverte

In 2015 heeft bloemenkweker Paul Roos 20.000 dozen bloemen verkocht tegen een gemiddelde prijs van €10 per doos. Hij heeft voor €40.000 aan pootgoed ingekocht en zijn energierekening bedraagt €5.000. In 2015 betaalt hij €1.000 aan rente.
Bereken de toegevoegde waarde in 2015 (5.12b)

Slide 27 - Question ouverte

Bereken de werkgelegenheid in arbeidsjaren van de kapperszaak in 2015. Een arbeidsjaar is 1 volledige baan. (5.13a)

Slide 28 - Question ouverte

Bereken de werkgelegenheid in arbeidsjaren van de kapperszaak in 2015. Een arbeidsjaar is 1 volledige baan. (5.13a)
4 kappers met een volledige baan = 4 arbeidsjaren
6 kappers met een halve baan = 3 arbeidsjaren
1 eigenaresse met een volledige baan = 1 arbeidsjaar 

Slide 29 - Diapositive

Bereken de toegevoegde waarde van de kapperszaak in 2015 (5.13b)

Slide 30 - Question ouverte

Bereken de toegevoegde waarde van de kapperszaak in 2015 (5.13b)
Omzet - inkopen
400.000-20.000=€380.000
Loon+rente+winst
240.000+24.000+116.000=€380.000

Slide 31 - Diapositive