Herhaling Hoofdstuk 4 deel 1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 4: De Tweede Wereldoorlog 

-Telefoon in de bak

-Boeken op tafel

Planning van vandaag en morgen

• Stukje herhaling 3.4
• Herhaling 4.1
• Filmpje
• Opdracht maken
• Herhaling 4.2
•  Filmpje kijken
• Opdracht maken
• Herhaling 4.3

Vandaag én morgen.

Planning van vandaag en morgen

• Stukje herhaling 3.4
• Herhaling 4.1
• Filmpje
• Opdracht maken
• (Herhaling 4.2)
• Afsluiting

Vandaag én morgen.

Geschiedenis

Dit hoofdstuk

Hoofdstuk 4: De Tweede Wereldoorlog
In deze behandelen we vier grote onderwerpen:

• 3.4 Crisistijd 
• 4.1 Oorlog in Europa
• 4.2 Bezet Nederland
• 4.3 Holocaust

3.4 Crisistijd

• Crisis na Verdrag van Versailles
• Antidemocratische partijen kwamen op. 
• NSDAP (nationaal socialistische Duitse arbeiders partij) de partij van Hitler
• Hitler kwam in 1932 aan de macht.
• NSB (nationaal socialistische beweging) de vergelijkbare partij uit Nederland

4.1 Oorlog in Europa

Oorzaken van de Tweede Wereldoorlog

Duitsland houdt zich niet aan de afspraken die na de Eerste Wereldoorlog zijn gemaakt;

1932: Duitsland stopt met herstelbetalingen

1935: Dienstplicht voor alle Duitse mannen

1936 : Soldaten vestigen zich in het Rijnland

En nu neemt Duitsland ook nog gebieden in..

4.1 Oorlog in Europa

Oorzaken van de oorlog

• Daarna eist Hitler het Tsjechische Sudetenland op. 
• Tegen de regels van de Vrede van Versailles
  

Frankrijk en Groot-Brittannië willen oorlog voorkomen, ze geven toestemming dat Sudetenland vanaf nu bij Duitsland hoort.

• Duitsland houdt zich niet aan de afspraken
  
• 1939: Duitsland veroverd ook Polen
• Frankrijk en Groot-Brittannië (geallieerden) verklaren Duitsland de oorlog
  
• Officiële start van de Tweede Wereldoorlog

4.1 Oorlog in Europa

Duitse veroveringen

• Duitsland rukt snel op met een overmacht aan tanks en vliegtuigen
  
• Blitzkrieg (bliksemoorlog/snelle aanval)
  
• Na Polen bezet Hitler in 1940 ook:
  

Nederland, België, Frankrijk, Denemarken en Noorwegen

Hitler bombardeert Groot-Brittannië en valt hij de Sovjet-Unie (Rusland) aan (1941)

De Sovjet-Unie houdt stand = Tweefrontenoorlog

4.1 Oorlog in Europa

Duitse verliezen

• Vanaf 1941 vecht ook Amerika mee met de geallieerden tegen Duitsland, na een aanval op Pearl Harbour door Japan (bondgenoot DUI)
  
• Amerika en Canada sturen veel soldaten en wapens naar Groot-Brittannië
  
• Hitler wordt ook in het Oosten teruggedrongen door de Sovjet-Unie.
  
• 6 juni 1944 - D-Day 

Zelf aan de slag

Wat: Je maakt een tijdlijn over de Tweede Wereldoorlog, vanaf het moment dat Hitler aan de macht is. Over alle gebeurtenissen van 3.4 en 4.1 die belangrijk zijn. Zet deze allemaal boven de balk.

Hoe: Je tekent een tijdlijn, chronologisch, met jaartallen bij de gebeurtenissen.

Hulp: Je boek paragraaf 4.1, pagina 8 t/m 11.

Tijd: 10 minuten

Klaar: Maak de verdiepingsopdrachten van 4.1 op pagina 32.

Planning van vandaag en morgen

• Stukje herhaling 3.4
• Herhaling 4.1
• Filmpje
• Opdracht maken
• Herhaling 4.2
•  Filmpje kijken
• Opdracht maken
• Herhaling 4.3

Vandaag én morgen.

Afsluiting

Bewaar goed je tijdbalk!

Hoofdstuk 4: De Tweede Wereldoorlog 

-Telefoon in de bak

-Boeken op tafel

Planning van vandaag

• Stukje herhaling 3.4
• Herhaling 4.1
• Filmpje
• Opdracht maken
• Herhaling 4.2
•  Filmpje kijken
• Opdracht maken
• Herhaling 4.3
• Filmpje kijken

Gister én vandaag

4.2 Bezet Nederland

Onder Duits bestuur

De Duitse aanval van op Nederland begon op 10 mei 1940.

14 mei 1940 - Bombardement op Rotterdam

Op 15 mei 1940 capituleert (overgeven) Nederland

4.2 Bezet Nederland

Onder Duits Bestuur

• Koningin Wilhelmina en de Nederlandse regering vluchten naar Londen
• Toespraken via Radio Oranje
• De democratie en de rechtsspraak worden afgeschaft door de Nazi's  

• De nazi Seyss-Inquart was als rijkscommissaris vijf jaar lang de hoogste bestuurder van Nederland

Koningin Wilhemina

Seyss-Inquart

4.2 Bezet Nederland

Bijna alle Nederlanders waren anti-Duits

 De meesten durfden niet in verzet te komen en gehoorzaamden de Duitsers.

Toch waren er een hoop Nederlands die wel in verzet kwamen:

Zij hielpen bijvoorbeeld onderduikers.

Dit waren mensen die zich schuilhielden voor de Duitsers:

-Politieke tegenstanders

-Joodse bevolking (bv Anne Frank)

-Mannen die moesten werken in Duitsland

4.2 Bezet Nederland

Houding van de Nederlanders

• Een klein aantal Nederlanders was voor de Duitsers en werkte daarom samen met de Duitsers
  
• Dit noem je collaboratie (samenwerking)
  
• Bijvoorbeeld bunkers bouwen, onderduikers opsporen of helpen bij razzia’s, 'NSBers'

Geschiedenis
Hoofdstuk 4 - Wat gaan we doen?

1939

1940-1945

1945

Start Tweede Wereldoorlog

Duitsland bezet Nederland

Einde Tweede Wereldoorlog
Bevrijding Nederland

1942-1945

Japan bezet Indonesië

1944

D-Day 

1941-1945

 Holocaust

1943

Anne Frank †

Zelf aan de slag

Wat: Je maakt een tijdlijn over de Tweede Wereldoorlog, vanaf het moment dat Hitler aan de macht is in Nederland. Over alle gebeurtenissen van 4.2 die belangrijk zijn. Zet deze allemaal onder de balk.

Hoe: Op de tijdbalk, chronologisch, met jaartallen bij de gebeurtenissen.

Hulp: Je boek paragraaf 4.2, pagina 12 t/m 15.

Tijd: 10 minuten

Klaar: Maak de verdiepingsopdrachten van 4.2 op pagina 32.

Geschiedenis
Hoofdstuk 4 - Wat gaan we doen?

1939

1940-1945

1945

Start Tweede Wereldoorlog

Duitsland bezet Nederland

Einde Tweede Wereldoorlog
Bevrijding Nederland

1942-1945

Japan bezet Indonesië

1944

D-Day 

1941-1945

 Holocaust

1943

Anne Frank †

4.3 Holocaust

Antisemitisme in Duitsland

• In Duitsland leefden er in 1933 ongeveer een half miljoen Joodse Duitsers.
  
• Vanaf de middeleeuwen was er antisemitisme (discriminatie van Joden)
  
• Er waren vooroordelen (meningen die niet op feiten zijn gebaseerd) over Joodse mensen; Ze zouden lui zijn en niet eerlijk.

De Duitsers gebruikten deze vooroordelen om het antisemitisme te versterken.

4.3 Holocaust

Hitler had een hekel aan joden. Hij was aanhanger van de rassenleer =

De onjuiste theorie over verschillen tussen 'mensenrassen'

Hitler beweerde dat het jodendom geen godsdienst was, maar een 'joods ras´ dat het Duitse 'Arische ras' bedreigde. 

4.3 Holocaust

Vervolgingen vanaf 1933

Discriminatie van Joden:

• De Joodse Duitser verloren hun burgerrechten
• Ze mochten niet meer in parken en zwembaden komen
• Joden mochten niet met andere Duitsers trouwen en ook geen seks met hen hebben
• Dragen van een Jodenster werd verplicht

Vanaf 1940 ook in Nederland

4.3 Holocaust

Volkenmoord

Vanaf 1941 besloten de Nazi's om alle joden in bezette gebieden te vermoorden. 

Kogels kosten de Duitsers teveel geld, en het duurde lang.

De Nazi's bouwden vernietigingskampen in Polen =

Concentratiekampen gemaakt om mensen te vermoorden.

4.3 Holocaust

Volkenmoord

Voordat de Joodse mensen in een vernietigingskamp terecht kwamen werden zij verzameld in;

Doorgangskampen

o.a. Westerbork (Drenthe)

Gedeporteerd naar vernietigingskamp

4.3 Holocaust

Volkenmoord

Bij aankomst in een concentratiekamp splitsen de nazi's de mensen in twee groepen:

-Sterke mannen en vrouwen 

-Ouderen, kinderen en zieken

De meeste mensen in de concentratiekampen sterven door;

-sterven in de gaskamers

-Honger

-Besmettelijke ziektes

Afsluitig

• Volgende week woensdag SO: 3.4, 4.1, 4.2, 4.3.