H. 5.3 De Stelling van Pythagoras

Pythagoras

Wie was dat nou eigenlijk?

-Geboren in Griekenland

-Leefde ca 500 jaar voor Christus

-Beroemde wiskundige

-Heeft onder andere de stelling van Pythagoras bedacht

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Pythagoras

Wie was dat nou eigenlijk?

-Geboren in Griekenland

-Leefde ca 500 jaar voor Christus

-Beroemde wiskundige

-Heeft onder andere de stelling van Pythagoras bedacht

Slide 1 - Diapositive

H 3.3 de stelling van Pythagoras

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Wat is de stelling van Pythagoras?
rechthoekszijde2+
rechthoekszijde2=
schuinezijde2

Slide 5 - Diapositive

Maar klopt dat nu ook?
som 37

Slide 6 - Diapositive

Werkschema

Slide 7 - Diapositive

Hoe werkt het werkschema?
  • Pak het werkschema erbij.
  • Bespreken voorbeeld schuine zijde berekenen blz. 20

Slide 8 - Diapositive

Schuine zijde berekenen

Pak het werkschema erbij

Hoe lang is zijde AC?


Korte zijde= RHZ .........=..........

Korte zijde= RHZ .........=..........

Schuine zijde= SZ ........=.........

Slide 9 - Diapositive

Stappenplan
  1. wat zijn de rechthoekszijden en wat is de shuine zijde
  2. vul deze in op het werkschema
  3. Zet de gegevens die je hebt in het werkschema
  4. Kwadrateer de zijden die je hebt
  5. Reken uit hoe lang de                                    is
  6. Neem de wortel hiervan
  7. Schrijf op hoelang de schuine zijde is


schuinezijde2

Slide 10 - Diapositive

Samen oefenen

som 39 blz 22

werkschema

Slide 11 - Diapositive

Nu zelf oefenen
som 39, 41, 43, 44

Slide 12 - Diapositive

Een rechthoekszijde uitrekenen

Als je een schuine en een rechthoekszijde weet, kun je dan die andere korte zijde ook uitrekenen?


A. is JA                                                                                             B. is NEE

Slide 13 - Diapositive

Rechthoekszijde uitrekenen

Als je de lange zijde en een korte zijde weet, dan kun je de andere korte zijde ook uitrekenen.


Hoe?

Iemand een idee?

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld

Slide 15 - Diapositive

samen oefenen som 40 blz. 22
  1. pak je werkschema erbij
  2. vul de zijden in.
  3. Vul de gegevens in die je weet
  4. Reken de onbekende zijde uit
  5. HINT: wanneer er geen letters bij de driehoek staan, dan bedenk je die zelf. Bijv. ABC of KLM of DEF

Slide 16 - Diapositive

Nu zelf
som 40, 42, 45, 46 t/m 50

Slide 17 - Diapositive

Samenvatting

exit ticket: je mag pas weg als je

laat zien met een berekening

 hoe lang zijde KL is.



Slide 18 - Diapositive