Hoofdstuk 13 les 3

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Gewicht/wegen

Waar denk je aan bij
de woorden
gewicht/wegen

Hoe noemen we dit apparaat?

1. weegschaal
2. personenweegschaal
3. maatbeker
4. keukenweegschaal

Hoe noemen we dit?

1. lepels
2. maatlepels
3. lepelaar
4. bestek

Wat voor soort weegschaal is dit?
Kies twee antwoorden.

1. keukenweegschaal
2. digitale weegschaal
3. personenweegschaal
4. analoge weegschaal

Verschillende materialen 

Zoals jullie hebben gemerkt, door het antwoorden van de vorige vragen, zijn er verschillende soorten weegschalen of manieren om iets af te meten. 

Een personenweegschaal 

keukenweegschaal  

Maatlepels 

Lees af

A

B

C

D

95 kg

81 kg

85 kg

99 kg

Welke weegschaal zou je gebruiken?

Keukenweegschaal

Personenenweegschaal

Maatlepels

Wat is de afkorting van kilogram?

1. kilo
2. gram
3. g
4. kg

Wat is zwaarder?

1. zak appels
2. pak melk

Welke product weegt 120 gram?

1. 1 ei
2. Pakje boterhamworst
3. Fles cola
4. Pak koffiebonen

Er zijn deze week 3 baby’s geboren. Mike, Sophie en Willem.
Mike weegt 3150 gram
Sophie weegt 2930 gram
Willem weegt 3050 gram

Wie weegt het meest?

1. Mike
2. Sophie
3. Willem

Koppel de gewichten aan de goede benaming

500 gram

Kilo

1000 gram

100 gram

1 kilo =

1. 1000 gram
2. 500 gram
3. 100 gram

Wat weegt 1 kg?

1. 1,5 liter cola
2. pak suiker
3. koffiepads
4. zak chips

Heb je alles begrepen?

Ik kan nu alles zelf maken

Ik denk dat ik het wel kan

Ik heb er nog moeite mee

Maak opdracht 10 t/m 13 in je boek

Bladzijde 206

Klaar?  Studiemeter hoofdstuk 13

Klaar? Numo / Gynzy