Herhaling: Vraagwoorden, hoofdletters en getallen

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 1

Vraagwoorden, hoofdletters en getallen

Fragewörter, Großschreibung und Zahlen

Doelen

Je weet welke vraagwoorden er zijn

Je kunt ze in de zin plaatsen

Je kent de getallen t/m 20

Je weet wanneer je in het Duits een hoofdletter schrijft

Je kunt een Duits gesprek begrijpen

Fragewörter = Vraagwoorden

We hebben in hoofdstuk 1 vraagwoorden geoefend. 

Je kent er vast nog wel een paar.

Bedenk voor jezelf welke je nog kent.

Welke Duitse vraagwoorden ken je nog?

De vraagwoorden: Lees ze door

NE	DU
waarom	warum
wie	wer
wat	was
waar	wo
waarheen	wohin
waarvandaan	woher
hoe	wie
wanneer	wann
welke	welche

De vraagwoorden:

Oefen ze nog een keer, je hebt ze zo nodig in de quiz

even checken!

Vul jij het juiste vraagwoord in?

Ga naar de volgende slide. 

________ kommst du morgen? Um halb 10

1. wer
2. wie
3. wann
4. woher

_______ Musik magst du?

1. was
2. wie
3. welche
4. wohin

_______ hast du das gemacht?

1. wann
2. warum
3. wohin
4. woher

______ kommst du? Aus Frankreich

1. woher
2. wohin
3. warum
4. welche

Großschreibung (hoofdletters)

Wanneer schrijf je in het Duits een hoofdletter?

Uitleg hoofdletters:

Bekijk het filmpje op de volgende slide. 

Kort samengevat: hoofdletters

1. Begin van de zin

2. Namen --> voor en achternamen

3. Geografische namen

4. Zelfstandige naamwoorden (Let op: dat is dus anders dan in het NL)

der vater of der Vater

1. der vater
2. der Vater

dagen van de week

1. wel hoofdletter
2. geen hoofdletter

computer of Computer

1. computer
2. Computer

schwester of Schwester

1. schwester
2. Schwester

schön of Schön (= mooi)

1. schön
2. Schön

Katze of katze?

1. Katze
2. katze

Klein of klein?

1. Klein
2. klein

die Zahlen

De getallen

Welke Duitse getallen ken je?

Alle getallen

Ik heb gemerkt dat jullie nog veel foutjes maken met de Duitse getallen. Je denkt al snel: oh dat kan ik wel....

Maar als je ze moet schrijven, zie ik veel fouten.

Daarom: kijk het filmpje op de volgende slide.

Bekijk het HELEMAAL. Ook als je denkt dat je het kunt. Ik heb bij niemand een foutloos getallen kunnen vinden in de toets, dus iedereen bekijkt dit filmpje. 

11

16

20

27

48

93

Even oefenen met "Hören" (=luisteren)

Luister naar het volgende filmpje.

Let op! Er worden vragen over gesteld.

0

Wat bestelt de jongen?

1. Appeltaart
2. Pepermunttaart
3. Cheescake
4. geen taart

Wat bestelt het meisje?

1. Appeltaart
2. Pepermunttaart
3. Cheescake
4. geen taart

0

Wat drinkt de jongen?

1. zwarte koffie
2. thee
3. cappuccino
4. koffie met melk

Wat betekent Guten Apetit?

1. goed gekozen
2. eet smakelijk
3. veel plezier

0

Waarom kan de serveerster de 50 euro niet aannemen?

1. ze mag geen 50 euro aannemen
2. het is een vals briefje van 50 euro
3. ze heeft niet genoeg wisselgeld