KT1: Kapitel 2: vraagwoorden, hoofdletters en getallen

Vraagwoorden en hoofdletters 


Fragewörter und  Großschreibung 

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vraagwoorden en hoofdletters 


Fragewörter und  Großschreibung 

Slide 1 - Diapositive

Doelen

Je weet welke vraagwoorden er zijn
Je kunt ze in de zin plaatsen
Je kent de getallen t/m 20
Je weet wanneer je in het Duits een hoofdletter schrijft

Slide 2 - Diapositive

Fragewörter

Slide 3 - Diapositive

Welke vraagwoorden ken je?

Slide 4 - Question ouverte

Welke vraagwoorden zijn er?

wie = wer

wat = was

waar = wo

waarheen = wohin

waarvandaan = woher

hoe = wie

wanneer = wann

waarom = warum

welk(e) = welche

Slide 5 - Diapositive

even checken!
Vul jij het juiste vraagwoord in?

Slide 6 - Diapositive

________ kommst du morgen? Um halb 10
A
wer
B
wie
C
wann
D
woher

Slide 7 - Quiz

_______ Musik magst du?
A
was
B
wie
C
welche
D
wohin

Slide 8 - Quiz

_______ hast du das gemacht?
A
wann
B
warum
C
wohin
D
woher

Slide 9 - Quiz

______ kommst du? Aus Frankreich
A
woher
B
wohin
C
warum
D
welche

Slide 10 - Quiz

Großschreibung

Slide 11 - Diapositive

Wanneer schrijf je in het Duits een hoofdletter, denk je?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

der vater of der Vater
A
der vater
B
der Vater

Slide 14 - Quiz

dagen van de week
A
wel hoofdletter
B
geen hoofdletter

Slide 15 - Quiz

rechner of Rechner
A
rechner
B
Rechner

Slide 16 - Quiz

schwester of Schwester
A
schwester
B
Schwester

Slide 17 - Quiz

schön of Schön (= mooi)
A
schön
B
Schön

Slide 18 - Quiz

Even oefenen met "Hören" (=luisteren)


Luister naar het volgende filmpje.

Let op! Aan het einde volgt een vraag

Slide 19 - Diapositive

0

Slide 20 - Vidéo

Wat bestelt de jongen?
A
Appeltaart
B
Pepermunttaart
C
Cheescake
D
geen taart

Slide 21 - Quiz

0

Slide 22 - Vidéo

Wat betekent Guten Apetit?
A
goed gekozen
B
eet smakelijk
C
veel plezier

Slide 23 - Quiz

0

Slide 24 - Vidéo

Waarom kan de serveerster de 50 euro niet aannemen?
A
ze mag geen 50 euro aannemen
B
het is een vals briefje van 50 euro
C
ze heeft niet genoeg wisselgeld

Slide 25 - Quiz