Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Economie
Hoofdstuk 8.3
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Je leert in deze paragraaf:
Welke kenmerken ontwikkelingslanden hebben
Waarom arme landen weinig exportinkomsten hebben
Waarom armoede moeilijk te bestrijden is
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Wat is arm? Wanneer ben je arm?
Slide 4 - Diapositive
Wat is arm?
Arme landen kunnen niet goed voorzien in eerste levensbehoefte.
Koopkracht: de hoeveelheid producten die je kan kopen
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Stel jij bent de baas van de wereld. Wat zou je dan willen veranderen in de wereld? Maak een TOP 3.
Slide 7 - Question ouverte
Wij leven in een rijk land. In 2018 was Nederland het op twee na rijkste land van Europa en stonden we op plaats 14 van de top 25 rijkste landen in de wereld. Toch zijn er arme mensen in Nederland. Wanneer zou jij je arm voelen?
Slide 8 - Question ouverte
Ontwikkelingslanden
Slide 9 - Diapositive
Hoe herken je een ontwikkelingsland?
Noem eens een ontwikkelingsland?
timer
2:00
Slide 10 - Diapositive
Kenmerken ontwikkelingslanden (een ontwikkelingsland is een land waar de inkomens en productie laag is)
koopkracht is laag
leven veel mensen onder de armoedegrens ( ondervoeding)
is de werkeloosheid hoog
is er nauwelijks sociale zekerheid
is er weinig industrie
is de infrastructuur slecht
zijn er veel mensen ondervoed
Slide 11 - Diapositive
Armoedegrens ontwikkelingslanden
De Wereldbank stelt de absolute armoedegrens
op $1,25 per dag.
Een getal dat je als volgt moet lezen:
iemand ‘die leeft van 1,25 dollar per dag’ heeft volgens deze maat ‘een consumptie die vergelijkbaar is met wat iemand in Amerika kan kopen voor dat bedrag’.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Wat is arm? Armoede leidt tot armoede.
Slide 14 - Diapositive
Financiële problemen arme landen?
Hoe komt dat?
Slide 15 - Diapositive
Financiële problemen in arme landen
monocultuur
Ze lenen geld van rijke landen voor scholen, ziekenhuizen etc.