§4: inzoomen: waar blijft alle grind, zand en klei?
Slide 19 - Diapositive
§1.4
Hoe ontstaan zandbanken, duinen, delta en een estuarium?
Hoe ontstaan sedimentgesteenten?
Aan welke kenmerken kan je een sedimentgesteente herkennen?
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Benedenloop: sedimentatie
Aan het einde van de rivier is de stroomsnelheid heel laag
Hierdoor treedt er veel sedimentatie op
Er ontstaat een delta
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Schematische weergave: Bodem zand, grind, klei
Materiaal vanuit middenloop naar benedenloop. Dit proces heet sedimentatie.
Nieuwe lagen worden steeds dikker; er ontstaat nieuw land > delta.
Slide 27 - Diapositive
Schematische weergave: Bodem zand, grind, klei
Materiaal vanuit middenloop naar benedenloop. Dit proces heet sedimentatie.
Nieuwe lagen worden steeds dikker; er ontstaat nieuw land > delta.
§4 Aantekening
Slide 28 - Diapositive
Schematische weergave: Bodem zand, grind, klei
Monding van de rivier vormt een estuarium.
Hoe ontstaat deze?
Tijdens eb en vloed stroomt de zee de rivier in en uit en neemt sediment mee naar de zee.
Slide 29 - Diapositive
Monding van de rivier vormt een estuarium.
Hoe ontstaat deze?
Tijdens eb en vloed stroomt de zee de rivier in en uit en neemt sediment mee naar de zee.
§4 Aantekening
Slide 30 - Diapositive
Zandbanken
Strand
Hoe komt het zand uiteindelijk op het strand terecht?
Bij hoog water en gunstige wind wordt het zand van de zandbanken naar het strand vervoerd. Zo worden stranden hoger.
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Vidéo
Slide 33 - Diapositive
Waar blijft alle grind, zand en klei?
Bovenloop: rivier ontspringt. Hoge bergen en diepe dalen ontstaan door rivieren. Hoge stroomsnelheid.
Middenloop: rustig stromend water.
Benedenloop: langstromend water. Sedimentatie.
Slide 34 - Diapositive
§4 Aantekening
Waar blijft alle grind, zand en klei?
Bovenloop: rivier ontspringt. Hoge bergen en diepe dalen ontstaan door rivieren. Hoge stroomsnelheid.
Middenloop: rustig stromend water.
Benedenloop: langstromend water. Sedimentatie.
Slide 35 - Diapositive
Duinvorming in stappen:
Stap 1: zee spoelt zand het land op (door vloed, springtij).
Stap 2: wind neemt zand landinwaarts mee en blaast het tot hoopjes. Op den duur ontstaan er plantjes. Houdt zand vast. Deze kusten worden aanslibbingskusten genoemd.
Slide 36 - Diapositive
§4 Aantekening
Duinvorming in stappen:
Stap 1: zee spoelt zand het land op (door vloed, springtij).
Stap 2: wind neemt zand landinwaarts mee en blaast het tot hoopjes. Op den duur ontstaan er plantjes. Houdt zand vast. Deze kusten worden aanslibbingskusten genoemd.
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Vidéo
Sedimentgesteente
Kalksteen
Zandsteen
= opgebouwd van sediment (zacht)
kan fossielen bevatten
Stollingsgesteente
Basalt
kristallen
= ontstaan doordat magma of lava is gaan stollen (hard)
Slide 39 - Diapositive
Sedimentgesteente
Kalksteen
Zandsteen
= opgebouwd van sediment (zacht)
kan fossielen bevatten
Stollingsgesteente
Basalt
kristallen
= ontstaan doordat magma of lava is gaan stollen (hard)