Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom...
Pak je leesboek.
We beginnen met
lezen in stilte.
Slide 1 - Diapositive
Werkwoordspelling
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Opdracht
Maak 2 groepjes van de volgende werkwoorden.
Bedenk bij elk groepje een titel.
Welke regel kun je toepassen bij elk groepje?
Overleg is toegestaan, maar doe dat fluisterend!
Slide 6 - Diapositive
ik speel
wij gaven
hij wist
wij lopen
zij houdt
jullie verhuisden
het regent
u werkt
ik zwem
wij droomden
zij vindt
jullie sliepen
hij knipte
het gebeurde
word jij
jullie konden
wij schreeuwden
jij timmert
Slide 7 - Diapositive
Voorbeelden van groepjes
Enkelvoud / meervoud
tegenwoordige tijd / verleden tijd
zwakke werkwoorden / sterke werkwoorden
Slide 8 - Diapositive
werkwoordbrij
Donald Trump ____ (verbeelden) zich dat hij een ____ (schikken) president is _____ (zijn), maar in werkelijkheid _____ (blijken) hij een _____ (vluchten) gevangene te _____ (zijn).
Vervoeg de werkwoorden tot de zin klopt.
Hoeveel PV's heeft deze zin?
Welke werkwoorden zijn er nog meer?
Slide 9 - Diapositive
Neem dit over in je schrift
Slide 10 - Diapositive
Syllabus spelling
Maak A, B, C, D
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Hoe schrijf je een werkwoord?
Check het en gebruik bijvoorbeeld:
'smurfen' / 'werken'
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Voltooid deelwoord eindigt op:
Handelingen die zijn afgerond
verlengproef (wat hoor je als je het ww in de vt zet?)