Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Werkwoordspelling
Slide 1 - Diapositive
Planning
instructie
opdracht: puzzelen met werkwoordsvormen.
Klaar? Kijk terug op wat je geleerd hebt.
Afronding
Slide 2 - Diapositive
Waar werken we aan?
Leerdoel:
Je weet welke regels je moet toepassen om werkwoorden goed te kunnen spellen.
Doel van deze les:
Je kunt werkwoordsvormen herkennen en je weet welke regels erbij horen.
Slide 3 - Diapositive
Opdracht
1. Elk tweetal krijgt een pak met 36 kaartjes
2. Op een kaartje kan staan:
- een vorm van een werkwoord (bijvoorbeeld 'bakte')
- een omschrijving van de vorm (bijvoorbeeld 'VT EV')
- een regel die bij een werkwoordsvorm hoort (bijvoorbeeld 'stam + t')
3. Zoek setjes van 3 die bij elkaar horen. Zo krijg je 12 setjes die kloppen.
Klaar? Schrijf op een geel briefje wat je geleerd hebt én wat je nog moeilijk vindt of wilt vragen. Maak een oefenbladzijde in je syllabus tot ik bij jullie kom.
Slide 4 - Diapositive
Afronding
Wat heb je geleerd?
Kun je werkwoordsvormen herkennen en weet je welke regels erbij horen?
Wat vind je nog moeilijk?
Slide 5 - Diapositive
einde
Slide 6 - Diapositive
Opdracht 1: in stilte voor jezelf
Je krijgt op het scherm allemaal vormen van werkwoorden te zien.
Bekijk deze werkwoorden goed.
Verdeel de werkwoorden in 2 groepjes.
Bedenk bij elk groepje een titel.
Na 1 minuut bespreek je met je buur wat jullie hebben ontdekt.