H3 GL6A, verbes, pdc 2

Havo 3 Frans periode 4
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Havo 3 Frans periode 4

Slide 1 - Diapositive

Doelen- en toetsoverzicht periode 4
Aan het eind van deze periode kan ik:
... de woorden en zinnen die te maken hebben met vrije tijd/ sport; communicatie; gevoelens correct vertalen (FN)
... mijzelf schriftelijk voorstellen en schrijven over mijn gewoontes (hoe laat ik opsta, naar school ga, etc), hobby's, baantjes en karakter
... een hoofdzin in een logische/ correcte volgorde opschrijven
... de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, en -re correct gebruiken in de présent, de passé composé, de imparfait en de futur simple en de onregelmatige werkwooden être, avoir, faire, aller en venir
... het delend lidwoord correct gebruiken
... personen/ dieren/ dingen met elkaar vergelijken
... uit korte, eenvoudige teksten de belangrijkste informatie benoemen. De teksten gaan over vertrouwde onderwerpen in alledaagse taal. De woordenschat bestaat uit woorden die veel voorkomen. Het niveau is A2 (ERK)

SO week 22


SCHRIJFTOETS week 26 + la phrase du cours + vlog Luik

SO week 23





REPETITIE week 27

Slide 2 - Diapositive

uitleg en extra oefenmateriaal

Slide 3 - Diapositive

Wat doen we vandaag?
Ik kan ...
2. mijzelf schriftelijk voorstellen en schrijven over mijn gewoontes (hoe laat ik opsta, naar school ga, etc), hobby's, baantjes en karakter (=vocabulaire) 
3. een hoofdzin in een logische/ correcte volgorde opschrijven
4a. de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, en -re correct gebruiken in de présent, de passé composé, de imparfait en de futur simple en être/ avoir

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Hoe vul je deze tabel aan? (kopieer format van LB)
wat is wat ook alweer?
dus ... vertaal ...

Slide 6 - Diapositive

vul aan m.b.v. je aantekeningen
dus ... vertaal ...

Slide 7 - Diapositive

vul aan m.b.v. je aantekeningen
dus ... vertaal ...

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Hoe vul je deze tabel aan? (kopieer format van LB)
wat is wat ook alweer?
dus ... vertaal ...

Slide 10 - Diapositive

vul aan m.b.v. je aantekeningen
dus ... vertaal ...

Slide 11 - Diapositive

kijkvragen
  1. Wat voor type filmpje is dit?
  2. Hoe heet het programma in Nl dat aangekondigd wordt?
  3. Waar komt de leverancier aan het eind van het filmpje?
  4. Welke beroemdheid ken je die hieraan meegedaan heeft?
  5. wat vond jij van dit programma?


TF1 : Mask Singer (Saison 3) - Bande Annonce 3 (2022)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

kijkvragen
  1. Wat voor type filmpje is dit?
  2. Hoe heet het programma in Nl dat aangekondigd wordt?
  3. Waar komt de leverancier aan het eind van het filmpje?
  4. Welke beroemdheid ken je die hieraan meegedaan heeft?
  5. wat vond jij van dit programma?

TF1 : Mask Singer (Saison 3) - Bande Annonce 3 (2022)

Slide 14 - Diapositive

La phrase du cours*
'De panda is schattig, hij heeft succes bij 'le chanteur masqué'

de panda =
le panda
bij = à




*Iedere les een nieuwe zin om te vertalen

Slide 15 - Diapositive

De panda is schattig, hij heeft succes bij 'le chanteur masqué.
Hoeveel zinnen vertaal je éigenlijk?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

Vertaal:
Hij heeft succes (GL6ABEF)

Slide 17 - Question ouverte

c'est en forgeant on devient forgeron

Slide 18 - Diapositive

Au travail: les devoirs 
Faire (maken): 
  • Grandes Lignes 6A (ex. 4 t/m 7)
  • la phrase du cours 2
  • cahier de verbes -er/ -ir/ -re/ être/ avoir

Apprendre (leren):
  • examenidioom 7, 8, 9 (SO week 22)
  • Grandes Lignes 6AH 
  • cahier de verbes (cdv) -er, -ir, -re, avoir, être (SO week 23)
Werk zachtjes, 
zodat iedereen zich kan concentreren
vraag zoveel mogelijk om hulp!
3. een hoofdzin in een logische/ correcte volgorde opschrijven
4a. de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, en -re correct gebruiken in de présent, de passé composé, de imparfait en de futur simple

Slide 19 - Diapositive

doel bereikt?
doel 1 luistervaardigheid
een gesprek over het thema eten (A2-niveau) begrijpen: Ik kan vragen over dit gesprek correct beantwoorden
Ik kan ...
2. mijzelf schriftelijk voorstellen en schrijven over mijn gewoontes (hoe laat ik opsta, naar school ga, etc), hobby's, baantjes en karakter (=vocabulaire)
3. een hoofdzin in een logische/ correcte volgorde opschrijven
4a. de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, en -re correct gebruiken in de présent, de passé composé, de imparfait en de futur simple en avoir/ être

Slide 20 - Diapositive

Au revoir!

Slide 21 - Diapositive