H3 GL6A

Havo 3 Frans periode 4
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Havo 3 Frans periode 4

Slide 1 - Diapositive

Doelen- en toetsoverzicht periode 3
Aan het eind van deze periode kan ik:
1. de woorden en zinnen die te maken hebben met vrije tijd/ sport; communicatie; gevoelens correct vertalen (FN)
2. mijzelf schriftelijk voorstellen en schrijven over mijn gewoontes (hoe laat ik opsta, naar school ga, etc), hobby's, baantjes en karakter
3. een hoofdzin in een logische/ correcte volgorde opschrijven
4. de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, en -re correct gebruiken in de présent, de passé composé, de imparfait en de futur simple en de onregelmatige werkwooden être, avoir, faire, aller en venir
5. het delend lidwoord correct gebruiken
6. uit korte, eenvoudige teksten de belangrijkste informatie benoemen. De teksten gaan over vertrouwde onderwerpen in alledaagse taal. Dewoordenschat bestaat uit wooden die veel voorkomen. Het niveau is A2 (ERK)
1. SO week 21


2, 3 SCHRIJFTOETS week 25
3. la phrase du cours
4. SO week 22



2 t/m 6
REPETITIE week 26

Slide 2 - Diapositive

  • planner op papier én LB
  • 2 lessen per week

Slide 3 - Diapositive

uitleg en extra oefenmateriaal

Slide 4 - Diapositive

Wat doen we vandaag?
Ik kan ...
2. mijzelf schriftelijk voorstellen en schrijven over mijn gewoontes (hoe laat ik opsta, naar school ga, etc), hobby's, baantjes en karakter (=vocabulaire) 
3. een hoofdzin in een logische/ correcte volgorde opschrijven
4a. de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, en -re correct gebruiken in de présent, de passé composé, de imparfait en de futur simple en être/ avoir

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Hoe vul je deze tabel aan? (kopieer format van LB)
wat is wat ook alweer?
dus ... vertaal ...

Slide 7 - Diapositive

vul aan m.b.v. je aantekeningen
dus ... vertaal ...

Slide 8 - Diapositive

kijkvragen
  1. Wat voor type filmpje is dit?
  2. Hoe heet het programma in Nl dat aangekondigd wordt?
  3. Waar komt de leverancier aan het eind van het filmpje?
  4. Welke beroemdheid ken je die hieraan meegedaan heeft?
  5. wat vond jij van dit programma?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

kijkvragen
  1. Wat voor type filmpje is dit?
  2. Hoe heet het programma in Nl dat aangekondigd wordt?
  3. Waar komt de leverancier aan het eind van het filmpje?
  4. Welke beroemdheid ken je die hieraan meegedaan heeft?
  5. wat vond jij van dit programma?

Slide 11 - Diapositive

La phrase du cours*
'De panda is schattig, hij heeft succes bij 'le chanteur masqué'

de panda =
le panda
bij = à




*Iedere les een nieuwe zin om te vertalen

Slide 12 - Diapositive

De panda is schattig, hij heeft succes bij 'le chanteur masqué.
Hoeveel zinnen vertaal je éigenlijk?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Vertaal:
Hij heeft succes (GL6ABEF)

Slide 14 - Question ouverte

c'est en forgeant on devient forgeron

Slide 15 - Diapositive

Au travail: les devoirs 
Faire (maken): 
  • vlog Luik inleveren (via LB)
  • Grandes Lignes 6A (ex. 4 t/m 7)
  • la phrase du cours 2
  • cahier de verbes être/ avoir
Apprendre (leren):
  • examenidioom 7, 8, 9 (SO week 21)
  • Grandes Lignes 6AH 
  • cahier de verbes (cdv) -er, -ir, -re, avoir, être (SO week 22)
Werk zachtjes, 
zodat iedereen zich kan concentreren
vraag zoveel mogelijk om hulp!
3. een hoofdzin in een logische/ correcte volgorde opschrijven
4a. de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, en -re correct gebruiken in de présent, de passé composé, de imparfait en de futur simple

Slide 16 - Diapositive

doel bereikt?
doel 1 luistervaardigheid
een gesprek over het thema eten (A2-niveau) begrijpen: Ik kan vragen over dit gesprek correct beantwoorden
Ik kan ...
2. mijzelf schriftelijk voorstellen en schrijven over mijn gewoontes (hoe laat ik opsta, naar school ga, etc), hobby's, baantjes en karakter (=vocabulaire)
3. een hoofdzin in een logische/ correcte volgorde opschrijven
4a. de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, en -re correct gebruiken in de présent, de passé composé, de imparfait en de futur simple en avoir/ être

Slide 17 - Diapositive

Au revoir!

Slide 18 - Diapositive