Pincode KB2 H3 Par 1
Wat maak je?
In deze paragraaf leer je de volgende begrippen:
Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
Pincode KB2 H3 Par 1
Wat maak je?
In deze paragraaf leer je de volgende begrippen:
Bedrijfskolom: een schema van alle bedrijven die iets bijdragen aan het verkopen van een product aan een consument.
Het eerste bedrijf is de oerproducent. Deze zorgt voor de grondstoffen.
Elk bedrijf in de bedrijfskolom maakt het product steeds meer geschikt voor gebruik door de consument, het product wordt daardoor steeds meer waard.
De toegevoegde waarde is de waardeverhoging van een product die ontstaat nadat een schakel (=een bedrijf in de bedrijfskolom) iets heeft toegevoegd aan het product.
Berekening toegevoegde waarde= verkoopprijs - inkoopprijs.
verkoopprijs - inkoopprijs =toegevoegde waarde
€ 100 - € 35 = € 65
€ 500 - € 275 =
€ 225
1) Industriële bedrijven
2) Dienstverlenende bedrijven
3) Agrarische bedrijven
Dit is een industrieel bedrijf
De strijd om klanten te winnen tussen 2 of meer bedrijven die vergelijkbare producten of diensten verkopen.
Bijvoorbeeld:
Een gedeelte van de verkoopprijs gaat naar de belastingdienst.
Dit gedeelte noemen we de BTW. Dit staat voor:
Belasting Toegevoegde Waarde.
De verkoopprijs die de consument betaalt is dus gedeeltelijk voor de overheid (belastingdienst) en gedeeltelijk voor de eigenaar van de winkel.
btw=
belasting toegevoegde waarde
Btw is een indirecte belasting (bedrijven ontvangen de btw van de consument en de bedrijven betalen het btw-bedrag aan de belastingdienst)
Er zijn drie btw-tarieven:
Berekening btw-bedrag:
Bij het 21%-tarief:
21/100 x Prijs exclusief (zonder) btw
Bij het 6%-tarief:
6/100 x Prijs exclusief (zonder) btw
Berekening prijs inclusief (met) btw
Prijs exclusief btw € 200,00
+btw (21/100x € 200) € 42,00
=prijs inclusief btw € 242,00
Patrick verkoopt tennisballen. De verkoopprijs zonder Btw is € 5,00.
Het btw tarief is 21%.
Patrick wilt graag weten welk bedrag zijn klanten moeten betalen voor de tennisballen.
De klanten betalen de verkoopprijs met btw.
Wil jij dat doen?
A) bereken het btw bedrag.
21/100 x € 5,00 = € 1,05
B) Bereken de verkoopprijs inclusief btw.
€ 5,00 + € 1,05 = € 6,05
Spijkerbroek = katoen
Eiken kast = eiken hout
Soep in blik = aliminium
Auto = Aliinium
Boek = hout (papier wordt van hout gemaakt)
A) Hout
B) Papierfbriek --> kan geen papier maken
Draagtassenfabriek --> kan geen tassen maken
Winkels --> kunnen geen tassen aan de klant meegeven
Bos --> houtzagerij --> papierfabriek --> drukkerij --> boekengroothandel --> stripboekenwinkel.
Linkerfoto= dienstverlenend bedrijf
Rechterfoto= industrieel bedrijf
A)Deze tas heeft geen toegevoegde waarde omdat dit voor prive gebruik is
B) Door de afbeelding is deze tas meer bijzonder dan tassen zonder afbeelding en is er toegevoegde waarde.
Bureau agenda => BTW= 21/100 x € 13,45 = € 2,82
Verkoopprijs inclusief btw = € 13,45 + € 2,82 = € 16,27
Kantoorstoel=> BTW= 21/100 x € 138,20 = € 29,02
Verkoopprijs inclusief btw = € 138,20 + € 29,02 = € 167,22
Dossierkast = > BTW = 21/100 x € 247 = € 51,87
Verkoopprijs inclusief btw= € 247 + € 51,87 = € 298,87
Verkoopprijs exclusief btw = € 29,50
Btw = 6/100 x € 29,50 = € 1,77
Verkoopprijs inclusief btw = € 32,27
A= 3
B= 1
C= 4
D= 2
cookieTextcookieStatement