week 1 les 1

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Typ het woord dat ik zoek

Typ het woord dat ik zoek

Typ het woord dat ik zoek

Typ het woord dat ik zoek

ik tut me op

1. tt
2. vt
3. vd

ik tut me op
v.t. ik.........

ik tut me op
v.d. ik.........

ik tut me op

1. 1e persoon ev
2. 2e persoon ev
3. 3e persoon ev

hij ontwierp

1. tt
2. vt
3. vd

hij ontwierp
t.t. hij.............

hij ontwierp
v.d. hij.............

hij ontwierp

1. 1e persoon ev
2. 2e persoon ev
3. 3e persoon ev

de juf heeft beantwoord

1. tt
2. vt
3. vd

de juf heeft beantwoord
t.t. de juf.............

de juf heeft beantwoord
v.t. de juf.............

de juf heeft beantwoord

1. 1e persoon ev
2. 2e persoon ev
3. 3e persoon ev

de kaarsen doven
v.t. de kaarsen.............

de kaarsen doven
v.d. de kaarsen.............

de kaarsen doven

1. 1e persoon mv
2. 2e persoon mv
3. 3e persoon mv

heb jij verboden?

1. tt
2. vt
3. vd

heb jij verboden?
t.t.................jij?

heb jij verboden?
v.t.................jij?

heb jij verboden?

1. 1e persoon ev
2. 2e persoon ev
3. 3e persoon ev

winden
t.t. Waarover.........je broer zich toch zo op?

lachen
t.t. Wie...........(ev)daar?

watertanden
v.t. Wij...........toen wij het eten roken.

zenden
v.t. De vuurtoren...........een helder licht uit.

vergroten
De fotograaf heeft de foto..........

vergroten
b.n. De...........foto

betalen
Heb jij de rekening al .......?

betalen
b.n. De............rekening.