Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
periode 2 - grammatica - havo 2 (taalkundig) BTH2A
Goedemorgen, BTH2A
Na deze les kun je het vragend en het aanwijzend voornaamwoord herkennen en benoemen in een zin.
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Goedemorgen, BTH2A
Na deze les kun je het vragend en het aanwijzend voornaamwoord herkennen en benoemen in een zin.
Slide 1 - Diapositive
Maak een zin met een koppelwerkwoord.
Slide 2 - Question ouverte
Maak een zin met een bezittelijk voornaamwoord.
Slide 3 - Question ouverte
Woordsoorten:
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
bijwoord
voorzetsel
zelfstandig werkwoord
koppelwerkwoord
hulpwerkwoord
Nieuw:
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord
Slide 4 - Diapositive
Wat is een aanwijzend voornaamwoord?
Een aanwijzend voornaamwoord (aanw. vnw.) wijst iets aan.
Dit zijn de aanwijzende
voornaamwoorden:
- Die
- Dit
- Dat
- Deze
Slide 5 - Diapositive
Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord (a.vnw) wijst iemand of iets aan.
Een aanwijzend voornaamwoord staat meestal voor een zelfstandig naamwoord op de plaats van een lidwoord.
Een aanwijzend voornaamwoord kan ook naar een hele zin verwijzen.
Het aanwijzend voornaamwoord kan ook zelfstandig gebruikt worden:
Die heeft het gedaan.
Slide 6 - Diapositive
Wat is GEEN aanwijzend voornaamwoord
A
Zulke
B
Daar
C
Dit
D
Deze
Slide 7 - Quiz
Een aanwijzend voornaamwoord...
A
vraagt naar iets of iemand
B
verwijst naar iets of iemand maar je weet niet precies wie /vaag
C
wijst iets of iemand aan
D
bestaat helemaal niet
Slide 8 - Quiz
Aanwijzend voornaamwoord:
A
die
B
welke
C
naar
D
wie
Slide 9 - Quiz
Welke woorden kunnen voorkomen als aanwijzend voornaamwoord?
Slide 10 - Question ouverte
Vragend voornaamwoord
Slide 11 - Diapositive
Vragend voornaamwoord
Vragend voornaamwoord (v vnw)
De vragende voornaamwoorden zijn
wie, wat, welke, wat voor (een)
. Ze staan meestal aan het begin van een vraagzin.
Slide 12 - Diapositive
Vragend voornaamwoord
Er zijn 4 vragende voornaamwoorden:
wie, wat, welke, wat voor (een)
Slide 13 - Diapositive
Wat is het vragend voornaamwoord?
A
het
B
is
C
wat
D
vragend
Slide 14 - Quiz
Welke woorden kunnen voorkomen als vragend voornaamwoord?
Slide 15 - Question ouverte
Snap je hoe je het aanwijzend en het vragend voornaamwoord kunt vinden?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 16 - Sondage
Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 4 op blz. 213 over het aanwijzend voornaamwoord.
Slide 17 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
periode 2 - grammatica - havo 2 (taalkundig)
il y a 20 jours
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
periode 2 - grammatica - havo 2 (taalkundig)
Janvier 2025
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
4.7 grammatica
Mai 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Les 26 - awv-vvn
Mars 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 26 - awv-vvn
Janvier 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Woordsoorten 2 (M)HA
Avril 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord en onbepaald voornaamwoord
Mars 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Talent H4 kader 4.7 grammatica
Avril 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2