2kader 4.7 Grammatica vragend en aanwijzend vnw

Welkom bij 4.7                grammatica
HERHALEN:
alle woordsoorten tot nu geleerd 
NIEUW:
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord  
Start met lezen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij 4.7                grammatica
HERHALEN:
alle woordsoorten tot nu geleerd 
NIEUW:
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord  
Start met lezen

Slide 1 - Diapositive

  • lidwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • zelfstandig naamwoord
  • voorzetsel
  • hulpww en zelfstandig ww
  • persoonlijk voornaamwoord
  • bezittelijke voornaamwoord
  • aanwijzend voornaamwoord
  • vragend voornaamwoord
  • hoofd- en rangtelwoord
  • aanwijzend voornaamwoord
  • vragend voornaamwoord  
  • lidwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • zelfstandig naamwoord
  • voorzetsel
  • werkwoord 
  • persoonlijk voornaamwoord*
  • bezittelijke voornaamwoord*
  • aanwijzend voornaamwoord
  • vragend voornaamwoord
  • telwoord
Doel behaald? 

Slide 2 - Diapositive

Herhaal de filmpjes van 2.7 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

4.7 opdracht 1  (65)
Individueel en zelfstandig

Daarna 3 en 4
Klaar? begin met 6-7-8-9
of TestJezelf 
timer
8:00

Slide 6 - Diapositive

4.7 aanwijzend voornaamwoord
Leertekst en opdracht 3 doen we samen
Maak dan opdracht 4     

Slide 7 - Diapositive

4.7 vragend vnw (68)
Noem de vier vragende voornaamwoorden:


Slide 8 - Diapositive

 controle huiswerk 2k3
We bespreken opdracht 7 en 8 


Slide 9 - Diapositive

Controle huiswerk 2k1
We bespreken opdracht 6 en 10 


Slide 10 - Diapositive

2k3        4.7 aan de slag
Maak alleen of samen:
opdracht 4a-6-9-10
timer
1:00

Slide 11 - Diapositive

2k1        4.7 aan de slag
Maak alleen of samen:
opdracht 4a-7-8-9
timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

Nabespreken en balans opmaken 4.7 
  1. Herhaling:         filmpje a.vnw en vr. vnw
  2. Opdracht 10:     opnieuw maken?
  3. Test jezelf 4.7
  4.  Versterk Jezelf woordbenoemen

Slide 13 - Diapositive

  • lidwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • zelfstandig naamwoord
  • voorzetsel
  • hulpww en zelfstandig ww
  • persoonlijk voornaamwoord
  • bezittelijke voornaamwoord
  • aanwijzend voornaamwoord
  • vragend voornaamwoord
  • hoofd- en rangtelwoord
  • aanwijzend voornaamwoord
  • vragend voornaamwoord  
  • lidwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • zelfstandig naamwoord
  • voorzetsel
  • hulpww en zelfstandig ww
  • persoonlijk voornaamwoord
  • bezittelijke voornaamwoord
  • aanwijzend voornaamwoord
  • vragend voornaamwoord
  • hoofd- en rangtelwoord
Doel behaald? 

Slide 14 - Diapositive

Oefenzinnen: benoem alle woordjes van de zin.
1. Welke verprutste kleding heb jij aan je vriendin gegeven?
2. Geef mij die ingeschonken koffie van haar. 
3. Wie heeft de zesde versierde marktkraam neergezet?
4. Wat voor een kleurrijke jas is dat? 
5. Deze gebakken taart is voor jullie ouders. 
6. Ik heb veel gesproken teksten vertaald voor onze docent. 
Zorg voor een regel tussen alle zinnen
timer
1:00

Slide 15 - Diapositive