Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H3 3.1 + 3.2 Herhaling
H3 De bank en jouw geld
3.1 Hoe betaal je?
3.2 Waarvoor zou je sparen?
Ec PW H3:
wo 27 november
Herhaling
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
H3 De bank en jouw geld
3.1 Hoe betaal je?
3.2 Waarvoor zou je sparen?
Ec PW H3:
wo 27 november
Herhaling
Slide 1 - Diapositive
Maken: rekenopgaven 4, 6 en 8
(blz. 92)
Slide 2 - Diapositive
Opgave 4 + 6 (blz. 92)
4 a
Slide 3 - Diapositive
Opgave 4 + 6 (blz. 92)
4 a
€ 1.100 ÷ 100 × 0,4 = € 4,40 per jaar
b
Slide 4 - Diapositive
Opgave 4 + 6 (blz. 92)
4 a
€ 1.100 ÷ 100 × 0,4 = € 4,40 per jaar
b
€ 4,40 ÷ 12 × 5 = € 1,83
6
enkelvoudige rente
Slide 5 - Diapositive
Opgave 4 + 6 (blz. 92)
4 a
€ 1.100 ÷ 100 × 0,4 = € 4,40 per jaar
b
€ 4,40 ÷ 12 × 5 = € 1,83
6
(deel ÷ geheel) × 100%
enkelvoudige rente
Slide 6 - Diapositive
Opgave 4 + 6 (blz. 92)
4 a
€ 1.100 ÷ 100 × 0,4 = € 4,40 per jaar
b
€ 4,40 ÷ 12 × 5 = € 1,83
6
€ 7,44 ÷ € 2.480 × 100% = 0,3%
(deel ÷ geheel) × 100%
enkelvoudige rente
Slide 7 - Diapositive
Opgave 8 (blz. 92)
a
Groeifactor: 1 + (0,25 ÷ 100) = 1,0025
samengestelde
rente
Slide 8 - Diapositive
Opgave 8 (blz. 92)
a
Groeifactor: 1 + (0,25 ÷ 100) = 1,0025
€ 5.260 × 1,0025 × 1,0025 × 1,0025 = € 5.299,55
b
samengestelde
rente
Slide 9 - Diapositive
Opgave 8 (blz. 92)
a
Groeifactor: 1 + (0,25 ÷ 100) = 1,0025
€ 5.260 × 1,0025 × 1,0025 × 1,0025 = € 5.299,55
b
Spaartegoed na 2 jaar: € 5.260 × 1,0025 × 1,0025 = € 5.286,33
Rente = € 5.286,33 – € 5.260 = € 26,33
samengestelde
rente
Slide 10 - Diapositive
Er zijn 3 geldfuncties:
* RUILMIDDEL -->
je koopt of verkoopt goederen of diensten
* REKENMIDDEL -->
je geeft aan hoeveel iets waard is of
je vergelijkt prijzen, lonen e.d.
* SPAARMIDDEL -->
geld opzijleggen en niet uitgeven
Slide 11 - Diapositive
Je ruilt goederen en diensten voor andere goederen of diensten.
Je ruilt goederen en diensten voor geld.
Indirecte ruil
Directe ruil
Slide 12 - Diapositive
Chartaal geld
= contant geld.
Slide 13 - Diapositive
Giraal geld
= geld op een
betaal
rekening (= rekening courant).
Dus niét het geld op een spaarrekening.
Slide 14 - Diapositive
CREDITSALDO DEBETSALDO
* Creditsaldo: positief saldo
* Debetsaldo: negatief saldo
(rood staan)
Slide 15 - Diapositive
Spaarmotieven
* sparen voor een
doel
* sparen uit
voorzorg
* sparen voor de
rente
Slide 16 - Diapositive
Variabele of vaste rente?
Gewone spaarrekening
-->
variabele rente
Spaardeposito
-->
vaste rente
spaargeld staat dan voor een langere termijn (bijv. 2, 5 of 10 jaar) vast
Naast
variabele
en
vaste
rente onderscheiden
we ook
enkelvoudige
en
samengestelde
rente.
Slide 17 - Diapositive
* Enkelvoudige rente
:
rente wordt
per jaar
uitgekeerd,
bijv. bij een spaardeposito
* Samengestelde rente
:
je ontvangt
rente over rente
,
bijv. bij jouw spaarrekening
Slide 18 - Diapositive
Spaarrekening
Spaardeposito
- Variabele rente
- Samengestelde rente
- Vaste rente
- Enkelvoudige rente
Dus:
Slide 19 - Diapositive
Sparen en inflatie
Door inflatie wordt het geld dus minder waard.
Vraag
:
Is inflatie
gunstig
of
ongunstig
voor spaarders?
Antwoord
:
Ongunstig, want je kunt straks minder kopen met je spaargeld.
Slide 20 - Diapositive
Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?
Slide 21 - Diapositive
Wat is géén geldfunctie?
A
rekenmiddel
B
ruilmiddel
C
spaarmiddel
D
rentemiddel
Slide 22 - Quiz
Het kopen van een spijkerbroek bij
de H&M is ...
A
directe ruil
B
indirecte ruil
Slide 23 - Quiz
Stel: je betaalt contactloos.
Wat gebeurt er dan met jouw
chartale en girale geld?
A
chartaal: blijft gelijk giraal: neemt toe
B
chartaal: neemt toe giraal: neemt toe
C
chartaal: neemt af giraal: neemt toe
D
chartaal: blijft gelijk giraal: neemt af
Slide 24 - Quiz
Bij welk saldo sta je 'in de min'?
A
creditsaldo
B
debetsaldo
Slide 25 - Quiz
Aan het werk
Maken:
* Samenvatting (blz. 86 of online)
* Herhalingsopdrachten (blz. 88)
* Plusopdrachten (blz. 90)
* Rekenen (blz. 92 of online)
Slide 26 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
3.2 Waarvoor zou je sparen?
Octobre 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Examentraining H 3 Antwoorden
Novembre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Examentraining H 3 Antwoorden
Novembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Rekenen hoofdstuk3
Novembre 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Rekenen hoofdstuk3
Septembre 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
3.2 Wat levert sparen op?
Septembre 2018
- Leçon avec
40 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
H3.2 Waarvoor zou je sparen? (2 lessen)
Novembre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
mavo 4 paragraaf 2.2
Septembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4