Warenar schreef Hooft in 1617 met zijn vriend Samuel Coster, als openingsstuk voor de Nederduytsche Academie. Dit theater richtten ze samen met Bredero op toen de rederijkerskamer De Eglentier steeds meer amateuristische dichters aantrok en er minder plaats leek voor ambitieuze dichters. De Academie was tevens een school (alleen voor mannen), waar vakken als wiskunde, geschiedenis, creatief schrijven, filosofie en toneelspelen gegeven werden.