Leestekens 1c

Nederlands
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning

10 minuten lezen
Nakijken huiswerk
Uitleg leestekens
Maken opdrachten

Doel
Je weet welke leestekens er zijn.
Je weet hoe je leestekens moet toepassen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.

 
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer ook alweer hoofdletters?
deze zin is goed geschreven de volgende zin niet

met pasen gaan we altijd een paasbrunch doen

Slide 5 - Diapositive

Deze zin is goed geschreven. De volgende zin niet
Met Pasen gaan we altijd een paasbrunch doen.
HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter.
  • Merknamen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Feestdagen schrijf je met een hoofdletter.


  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Pagina 222
Wie heeft er vragen over het huiswerk?
Nakijken, de antwoorden staan op het bord.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leestekens
Je eindigt een zin met een leesteken: een punt, een vraagteken of een uitroepteken.

 
Leestekens maken duidelijk wat je met een zin wilt bereiken.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Punt, vraagteken en uitroepteken
  • Eindig een gewone zin met een punt (.): Ik eet geen vlees.
  • Eindig een vragende zin met een vraagteken (?): Ken je het verhaal van ''De grijze jager''?
  • Eindig een uitroep (bijvoorbeeld van verbazing of woede) of een zin met een commando (gebiedende wijs) met een uitroepteken (!): Wat een goed idee! Ruim je kamer op!


Let op: gebruik nooit twee van deze leestekens na elkaar.


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Komma's
Een komma gebruik je onder meer:
- tussen twee persoonsvormen: Als je Eva ziet, doe haar dan de groeten.
- voor voegwoorden als als, doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, want, zodat, zodra: In de winter staat de oldtimer binnen, zodat hij niet gaat roesten.

Na het woordje en gebruik je geen komma.

Hij gaat met Maria en Johanna en Pieter naar de Efteling en dan gaan ze daarna een ijsje eten.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Corrigeer deze zinnen
hoewel hij ziek is gaat hij toch naar school
als lieke naar huis loopt praat zij de hele tijd
pak je boek
hij gaat niet slapen ondanks hij moe is
mag ik nog even een boekje lezen
de zon scheen toen ik naar huis fietste
je mocht nog geen snoepje pakken


timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden
Hoewel hij ziek is, gaat hij toch naar school.
Als lieke naar huis loopt, praat zij de hele tijd.
Pak je boek!
Hij gaat niet slapen, ondanks dat hij moe is.
Mag ik nog even een boekje lezen?
De zon scheen, toen in naar huis fietste.
Je mocht nog geen snoepje pakken!

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
Opdracht 4, 5 en 6

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jeugdjournaal
https://jeugdjournaal.nl/

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen deze les

Je weet hoe je welke leestekens er zijn.

Je weet hoe je leestekens moet toepassen.
Afsluiting
Zijn er nog vragen?
Opdracht 4, 5 en 6.
Controleer of je huiswerk hebt

Volgende les
Gaan we aan de slag met d, t of dt



Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden
Hoewel hij ziek is, gaat hij toch naar school.
Als lieke naar huis loopt, praat zij de hele tijd.
Pak je boek!
Hij gaat niet slapen, ondanks dat hij moe is.
Mag ik nog even een boekje lezen?
De zon scheen, toen in naar huis fietste.
Je mocht nog geen snoepje pakken!

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions