Bepalingen thema 4
Wat is de bepaling (van tijd) ?
Gisteren heb ik pannenkoeken gegeten bij mijn oma.
Gisteren heb ik pannenkoeken gegeten bij mijn oma.
1 / 10
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Wat is de bepaling (van tijd) ?
Gisteren heb ik pannenkoeken gegeten bij mijn oma.
Gisteren heb ik pannenkoeken gegeten bij mijn oma.
Slide 1 - Question ouverte
Wat is de bepaling (van plaats) ?
Gisteren heb ik pannenkoeken gegeten bij mijn oma.
Gisteren heb ik pannenkoeken gegeten bij mijn oma.
Slide 2 - Question ouverte
Wat is de bepaling (van tijd) ?
Morgen gaan we op vakantie.
Morgen gaan we op vakantie.
Slide 3 - Question ouverte
Wat is de bepaling (van plaats) ?
Tilly schrijft een gedicht in haar schrift.
Tilly schrijft een gedicht in haar schrift.
Slide 4 - Question ouverte
Wat is de bepaling (van tijd) ?
Tegenwoordig eet ik elke dag een appel.
Tegenwoordig eet ik elke dag een appel.
Slide 5 - Question ouverte
Wat is de bepaling (van plaats) ?
Alle hardlopers hebben een nummer op hun rug.
Alle hardlopers hebben een nummer op hun rug.
Slide 6 - Question ouverte
Wat is de bepaling (van plaats) ?
Er zit een gat in mijn broek.
Er zit een gat in mijn broek.
Slide 7 - Question ouverte
Wat is de bepaling (van tijd) ?
Morgen hebben we een feestje op school.
Morgen hebben we een feestje op school.
Slide 8 - Question ouverte
Wat is de bepaling (van tijd) ?
Eergisteren kreeg ik een nieuwe hond.
Eergisteren kreeg ik een nieuwe hond.
Slide 9 - Question ouverte
Wat is de bepaling (van plaats) ?
Morgen hebben we een feestje op school.
Morgen hebben we een feestje op school.
