Blok 1 - Over taal - les 1 - 2H3O

Welkom bij Nederlands!



  • Begin met 20 minuten lezen in je leesboek.

Startopdracht
timer
20:00
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!



  • Begin met 20 minuten lezen in je leesboek.

Startopdracht
timer
20:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Terugblik vorige les, dictee;
  2. Wat gaan je deze les leren (lesdoel); nieuwe woorden
  3. Uitleg theorie, instructie opdrachten;
  4. Zelfstandig werken aan opdrachten;
  5. Lesafsluiting: evaluatie les, huiswerk, volgende les.
Lesprogramma

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dictee!

KGT Opdracht 10 - blz. 30
BASIS Opdrachht 9 - blz. 28

Om beurten een zin - B en K/TL :-)




Terugblik 

Slide 3 - Diapositive

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Kunnen
Waarom een grote woordenschat belangrijk is. (1)

Nieuwe schooltaalwoorden, woorden uit teksten (1)

Je weet wat synoniemen zijn (2)



Het stappenplan moeilijke woorden gebruiken. (1)

Je kunt je taalgebruik aanpassen aan de situatie en het publiek. (2)

Weten

Slide 4 - Diapositive

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Hoeveel procent van de woorden in een tekst moeten minstens bekend zijn om de tekst goed te kunnen begrijpen?
Steen in de vijver
90%
60%
80%
100%

Slide 5 - Diapositive

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Vooral ... voelen ... erg ... als ... onderweg ... niet kunnen ... De ... van de ... voelt zich ... verloren als ... niet ... kunnen ...
Woordenschat  - wat staat hier?
60%

Slide 6 - Diapositive

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Vooral jongeren voelen zich erg ... als zij onderweg ... niet kunnen ... . De helft van de ... voelt zich ... verloren als ze ... online kunnen gaan.
Woordenschat  - wat staat hier?
80%

Slide 7 - Diapositive

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Vooral jongeren voelen zich erg ... als zij onderweg internet niet kunnen ... De helft van de 18- tot 24-jarigen voelt zich helemaal verloren als ze ... online kunnen gaan.
Woordenschat  - wat staat hier?
90%

Slide 8 - Diapositive

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Vooral jongeren voelen zich erg onzeker als zij onderweg internet niet kunnen gebruiken. De helft van de 18- tot 24-jarigen voelt zich helemaal verloren als ze niet online kunnen gaan.
Woordenschat  - wat staat hier?
100%

Slide 9 - Diapositive

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Het is dus belangrijk om je woordenschat te blijven vergroten!

  • Veel lezen
  • Laat de zin/tekst je helpen. 
  • Weet je het nog? Stappenplan moeilijke woorden!



Uitleg

Slide 10 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

De betekenis van de woorden van Over Taal moet je leren (voor de toets).

Hoe zorg je ervoor dat je straks een handig rijtje van de (juiste!) betekenissen hebt?
Voordat je begint...

Slide 11 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Zelfstandig werken
Lees
de opdrachten goed voordat je begint.
Maak
B     opdracht 1, 2, 3
K/T opdracht 1, 3, 4
Hoe
1. alleen en in stilte 2. klassikaal 3. schoudermaatje 
Tijd
1. 5 min.                   2. 5 min          3. 10 min.
Klaar
1. Opdracht 5+6 
2. Lezen in je leesboek 
Resultaat
Klassikaal bespreken 
timer
20:00

Slide 12 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Uitleg Stappenplan moelijke woorden (blz. 33)
1.
Lees een stukje terug of verder en kijk of het woord wordt uitgelegd.
2.
3.
4.
Kijk naar bekende stukjes in het woord.
Kijk naar de plaatjes bij de tekst.
Vraag de betekenis of zoek op in het woordenboek.

Slide 13 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Woorden die hetzelfde betekenen noem je synoniemen.

Bijvoorbeeld:
smerig en vies
snel en vies



Uitleg synoniem

Slide 14 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Steen in de vijver
Synoniem?

Slide 15 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Woorden die je prima tegen een vriend of vriendin kunt zeggen, zijn misschien onbeleefd als je tegen een docent praat.

Zorg dus dat de woorden die je gebruikt, bij de situatie passen en bij de persoon met wie je schrijft of praat (publiek).
Beleefd of onbeleefd?

Slide 16 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Zelfstandig werken
Lees
1.12 Kijk naar taal - blz. 33
Maak
B       opdracht 4, 5, 7, 8, 9, 11, 12
K/TL Opdracht 5, 6, 7, 9, 10
Hoe
1. alleen en in stilte 2. klassikaal 3. schoudermaatje 
Tijd
1. 5 min.                   2. 5 min          3. 10 min.
Klaar
Lezen in je leesboek / ander vak (niet inpakken!)
Resultaat
Klassikaal bespreken 
timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Welke woorden heb je in - Blok 1 Over Taal- geleerd die je nog niet kende?


Leerdoel gehaald?

Slide 18 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.


Wat ging goed, wat kan anders?
Evaluatie en huiswerk
Huiswerk:
Over taal blok 1: af
Nakijken eerder huiswerk met nakijkblad
Volgende les
Lezen blok 1

Slide 19 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.