Resulterende kracht en beweging 8/05

Resulterende kracht en beweging
Zoë Maes
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
FysicaSecundair onderwijs

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Resulterende kracht en beweging
Zoë Maes

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

- De wrijvingskracht wordt groter dan dan de motorkracht.

Slide 3 - Diapositive

Wat is resulterende kracht?

Slide 4 - Question ouverte

resulterende kracht
is ... gericht.
voorwaarts
achterwaarts

Slide 5 - Sondage

- De wrijvingskracht wordt groter dan dan de motorkracht.
          De resulterende kracht is Niet gelijk aan 0.
- De resulterende kracht is achterwaarts gericht.


Slide 6 - Diapositive

De bus gaat...
A
vertragen
B
stilstaan
C
versnellen
D
constant blijven verder rijden

Slide 7 - Quiz

- De wrijvingskracht wordt groter dan dan de motorkracht.
          De resulterende kracht is Niet gelijk aan 0.
- De resulterende kracht is achterwaarts gericht.
- De bus zal vertragen.

Slide 8 - Diapositive

Duidt het juiste antwoord aan.
A
De resulterende kracht heeft niet dezelfde richting als de snelheidvector , maar wel dezelfde zin.
B
De resulterende heeft dezelfde richting als de snelheidvector en een dezelfde zin.
C
De resulterende kracht heeft dezelfde richting als de snelheidvector, maar een tegengestelde zin.
D
De resulterende heeft niet dezelfde richting als de snelheidvector en niet dezelfde zin.

Slide 9 - Quiz

Wat ga jij gaan ervaren in de bus?
Niets, ik blijf gewoon zitten.
Ik vlieg naar voor.
Ik vlieg naar achteren.

Slide 10 - Sondage

Hoe komt dit? Verklaar.

Slide 11 - Question ouverte

Wet van de traagheid...
Een lichaam dat in beweging is, wil door de traagheid in beweging blijven met dezelfde snelheid en in dezelfde richting en zin.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

- De Chauffeur draait aan het wiel.
- De motorkracht wordt even groot als de wrijvingskracht.

Slide 14 - Diapositive

De resulterende kracht is
naar ... gericht.
voorwaarts
binnenkant van de bocht.
achterwaarts

Slide 15 - Sondage

- De Chauffeur draait aan het wiel.
- De motorkracht wordt even groot als de wrijvingskracht.
- De resulterende kracht is naar de binnenkant van de bocht gericht.

Slide 16 - Diapositive

Gevolg?
A
De bus gaat vertragen.
B
De bus gaat versnellen.
C
De bus maakt een bocht met een constante snelheid.
D
De bus gaat stilstaan.

Slide 17 - Quiz

- De Chauffeur draait aan het wiel.
- De motorkracht wordt even groot als de wrijvingskracht.
- De resulterende kracht is naar de binnenkant van de bocht gericht.
- De bus zal met een constante snelheid door de bocht gaan.

Slide 18 - Diapositive

Hoe staat de resulterende kracht
tegenover de snelheidsvector?
De resulterende kracht heeft dezelfde richting en dezelfde zin als de snelheidvector.
De resulterende kracht heeft dezelfde richting en tegengestelde zin als de snelheidvector.
De resulterende kracht staat loodrecht op de snelheidsvector.

Slide 19 - Sondage

Wat ga jij gaan ervaren in de bus?
Je voelt niets.
Je vliegt naar voor.
Je vliegt naar achter.
Je gaat naar links.
Je gaat naar rechts.

Slide 20 - Sondage

Hoe komt dit? Verklaar.

Slide 21 - Question ouverte

Verandering van de bewegingstoestand als de resulterende kracht niet gelijk aan 0 is:
Een lichaam in beweging zal veranderen van bewegingstoestand veranderen als er een resulterende kracht op werkt.
  •  Heeft de resulterende kracht dezelfde zin en de dezelfde richting als de snelheidvector, dan ...

Slide 22 - Diapositive

Heeft de resulterende kracht dezelfde zin en de dezelfde richting als de snelheidvector, dan ...
versnelt het lichaam.
vertraagt het lichaam.
veranderd het lichaam van zin.

Slide 23 - Sondage

Verandering van de bewegingstoestand als de resulterende kracht niet gelijk aan 0 is:
Een lichaam in beweging zal veranderen van bewegingstoestand veranderen als er een resulterende kracht op werkt.
  •  Heeft de resulterende kracht dezelfde zin en de dezelfde richting als de snelheidvector, dan versnelt het lichaam.
  •  Heeft de resulterende kracht dezelfde zin, maar een tegenovergestelde richting als de snelheidvector, dan ...

Slide 24 - Diapositive

Heeft de resulterende kracht dezelfde zin, maar een tegenovergestelde richting als de snelheidvector, dan ...
versnelt het lichaam.
vertraagt het lichaam.
veranderd het lichaam van zin.

Slide 25 - Sondage

Verandering van de bewegingstoestand als de resulterende kracht niet gelijk aan 0 is:
Een lichaam in beweging zal veranderen van bewegingstoestand veranderen als er een resulterende kracht op werkt.
  •  Heeft de resulterende kracht dezelfde zin en de dezelfde richting als de snelheidvector, dan versnelt het lichaam.
  •  Heeft de resulterende kracht dezelfde zin, maar een tegenovergestelde richting als de snelheidvector, dan vertraagt het lichaam.
  •  Staat de resulterende kracht loodrecht op de snelheidvector, dan ...

Slide 26 - Diapositive

Staat de resulterende kracht loodrecht op de snelheidvector, dan ...
versnelt het lichaam.
vertraagt het lichaam.
veranderd het lichaam van richting.

Slide 27 - Sondage

Verandering van de bewegingstoestand als de resulterende kracht niet gelijk aan 0 is:
Een lichaam in beweging zal veranderen van bewegingstoestand veranderen als er een resulterende kracht op werkt.
  •  Heeft de resulterende kracht dezelfde zin en de dezelfde richting als de snelheidvector, dan versnelt het lichaam.
  •  Heeft de resulterende kracht dezelfde zin, maar een tegenovergestelde richting als de snelheidvector, dan vertraagt het lichaam.
  •  Staat de resulterende kracht loodrecht op de snelheidvector, dan veranderd het lichaam van richting.

Slide 28 - Diapositive

Dat is niet de 1ste maar de 2e wet van Newton!

Slide 29 - Diapositive