M&A beperkingen

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Les: Mens en activiteit

Door welk reflex kan de baby meteen melk drinken?

1. Zuigreflex
2. Zoekreflex
3. Slikreflex
4. Loopreflex

Bij welke reflex draait de baby z'n mond naar je toe?

1. Grijpreflex
2. Zoekreflex
3. Zuigreflex
4. Schrikreflex

Voorbereiding activiteit:

Waar moet je allemaal over nadenken bij de voorbereiding van een activiteit?

Activiteit kiezen:

Belangrijk de 5w's:

wie, wat, waar, wanneer, waarom.

Invullen van een activiteitenvoorbereidingsformulier.

Brainstorming:

Wat is een opdrachtgever?

Wat is brainstorming?

Waar moet je dan over nadenken?

Woordspin.

Doelgroepen:

Wie is je doelgroep?

Waar moet je dan over nadenken?

Wat is een handicap?

• Een handicap is een beperking waardoor je belemmerd wordt in je functioneren. 
• Een handicap kan aangeboren zijn, maar kan ook later nog ontstaan door een ziekte of een ongeval. Dit noem je een verworven handicap.
• Een handicap kan ook ontstaan, door een afwijking in het erfelijk materiaal. (genen)

Soorten beperkingen (handicap)

• Lichamelijke beperking 
• Verstandelijke beperking (geestelijke beperking)
• sociale beperking (autisme,
• chronische beperking ( diabetes, reuma, kanker etc.)
• zintuigelijke beperking ( doof, blind etc.)

Lichamelijke beperking

Motorisch gehandicapt

Iemand met een motorische handicap kan zijn lichaam niet goed gebruiken. Hij/zij kan bijvoorbeeld de armen of benen niet goed bewegen.

Verschillende oorzaken: 

Je kan een ziekte in je spieren of zenuwen hebben of later krijgen. (verworven handicap)

Een ongeluk kan een beschadiging veroorzaken. (verworven handicap)

Er kan iets misgaan tijdens de zwangerschap of bevalling.

Voorbeelden motorische handicap: Spastisch, verlamming of reuma.

Lichamelijke beperking

Zintuigelijk gehandicapt: kan je niet goed zien of horen.

Auditief gehandicapt: Slechthorend of doof

Visueel gehandicapt: Slechtziend of blind

Verschillende oorzaken: Geboren worden met een zintuigelijke beperking, erfelijk, ontsteking/infectie, hard lawaai of ouderdom

Wat moet een gemiddelde IQ zijn?

1. Boven de 130
2. Tussen de 90 en 110
3. Tussen de 80 en 85

Verstandelijke beperking

Iemand met een verstandelijke handicap heeft moeite met het begrijpen van bepaalde zaken.  Dit komt door een ontwikkelingsstoornis: De ontwikkeling van de hersenen gaan langzamer dan bij leeftijdsgenoten.

•  Kan vaak niet goed leren rekenen en lezen.
  
•  Ondersteuning nodig bij het wonen, op school en het contact met andere mensen, omdat hij of zij geen verantwoordelijkheden kan gaan dragen. 

Oorzaken verstandelijke beperking: Aangeboren, zuurstof te kort tijdens een bevalling of kan later optreden door een ongeluk

Verschillende soorten verstandelijke handicaps

Het niveau kan verschillen:

Lichte verstandelijke beperking:

- Verstandelijk niveau en ontwikkelingsleeftijd van een twaalfjarige bereiken.

- IQ tussen de 50-70

- Moeite met het begrijpen  van  sociale en praktische vaardigheden.

- Hulp nodig bij het oplossen van sociale problemen en/of  hulp nodig bij persoonlijke verzorging

Matige verstandelijke beperking:

- Verstandelijk niveau en ontwikkelingsleeftijd van een zevenjarige bereiken.

-  IQ tussen de 35-50

-  Meer hulp en begeleiding nodig bij: persoonlijke verzorging, het uitvoeren van huishoudelijke taken, contact maken met andere mensen

- Kunnen moeilijker een relatie aangaan dan licht verstandelijke beperkte.

Ernstig verstandelijke beperking:

- Verstandelijk niveau en ontwikkelingsleeftijd van een driejarige bereiken.

- IQ tussen de 20/35, bij zeer ernstige verstandelijke beperkte / IQ onder de 20

-  Kunnen niet zelfstandig leven.

-  Praten in korte zinnen en herhalen dat steeds of praten niet.

- Geen besef van de tijd en wereld om hen heen.

Verstandelijke beperking

Sociale beperking

Mensen met een sociale beperking functioneren in een groepsverbanden niet volgens de 'normale manier' en worden daarom als 'anders' ervaren door de buitenwereld.

Iemand met een sociale beperking kan erg moeilijk contact maken met anderen.

Oorzaak: Erfelijkheid

Voorbeelden sociale beperking: Autisme, een vorm van autisme PDD NOS, extreme verlegenheid.

Meervoudig gehandicapt

- Als iemand meer dan 1 handicap tegelijk heeft, noemen we deze persoon meervoudig gehandicapt.

- Vaak is dit naast een verstandelijke beperking ook lichamelijke beperkingen.

 

WELKOM!!

Planning

1e lesuur	- Herkansen telefoongesprekken - Inhalen schoonmaken - Zelfstandig leren notities
2e lesuur	- Verder met klein stukje theorie - Quiz/oefentoets - Bespreken planning

Dagbesteding bestaat uit verschillende activiteiten die overdag uitgevoerd worden door een bepaalde doelgroep.

- De activiteiten worden uitgevoerd onder begeleiding van verschillende woonbegeleiders en professionals.

Het doel van dagbesteding

• Om meer structuur en invulling aan te brengen in de dag.
• Om bezig te zijn met activiteiten die niet alleen gezellig zijn, maar ook zinvol zijn!
• Plezier hebben
• De mantelzorger te ontlasten.
• Opbouwen en onderhouden van sociale contacten.

Wat betekent belevingsgerichte activiteiten?

1. Activiteiten die aansluiten bij de belevingswereld en gevoelens van iemand.
2. De beleving en de behoefte van een cliënt staan centraal.
3. Om bepaalde zintuigen te prikkelen (snoezelruimte)

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Brainstormen

Voorbereiden

Uitvoeren

Afronden

Evalueren

Activiteiten evalueren

Evalueren 

Wat is feedback?

Wat hoort niet bij een informeel gesprek?

1. Je spreekt elkaar aan met je of jij
2. Het is een spontaan gesprek
3. Er is van te voren een duidelijk gespreksonderwerp
4. Je had van tevoren geen plek afgesproken

Wat is een voorbeeld van een formeel gesprek

1. Telefoongesprek met je moeder
2. Intakegesprek voor het MBO
3. Chatten met vrienden

Wat is communicatie?

1. Het overdragen van informatie
2. Het uitwisselen van infromatie
3. Kunnen zeggen wat je wil
4. Het ontvangen van de informatie

Wat is het doel van een draaiboek?

1. Duidelijk overzicht van wie wat doet en waar, hoe en wanneer
2. Wie er allemaal betaald moeten worden
3. Wie er die dag aanwezig zijn
4. Wie er mee eten

Wat doet een activiteitenbegeleider?

1. Begeleiden van een vergadering
2. Begeleiden van een operatie
3. Begeleiden en bedenken van leuke activiteiten om te doen met mensen
4. Begeleiden van ouderen tijdens de zorg

Wat is feedback?

1. Commentaar
2. Een top en een tip
3. Alleen zeggen dat het fout is
4. Gedag zeggen

In de kinderopvang wordt soms gewerkt met horizontale groepen, dit zijn:

1. Groepen kinderen uit dezelfde woonplaats
2. Groepen kinderen van dezelfde school
3. Groepen kinderen van dezelfde leeftijd
4. Groepen kinderen met hetzelfde ontwikkelingsniveau

Als ik actief luister dan...

1. Kijk ik de ander aan
2. Doe ik twee dingen tegelijker tijd
3. Maak ik ondertussen notities
4. Luist ik alleen maar

In deze groep zitten kinderen (5 t/m 10 jaar) die een lichamelijke beperking hebben.

1. Verticaal/ Homogene groep
2. Verticaal/ Heterogene groep
3. Horizontaal/heterogene groep
4. Horizontaal/ Homogene groep

1. grove motoriek
2. fijne motoriek

Voor wie is dagbesteding niet bedoeld?

1. ouderen met een beperking
2. schoolgaande kinderen
3. gehandicapte mensen die niet kunnen werken of naar school gaan
4. jongeren met een geestelijke handicap

1. grove motoriek
2. fijne motoriek

De cognitieve ontwikkeling is de ontwikkeling van het gedrag. Het hoort bij de geestelijke ontwikkeling

Dit is juist

Dit is onjuist

een peuter is...

1. 0 - 1 jaar oud
2. 2 - 4 jaar oud
3. 4 - 6 jaar oud

Sleep de juiste woorden. 

 Kies uit: dreumes / kleuter / peuter

DREUMES

PEUTER

KLEUTER

Een kind van 5 jaar oud noem je een

 Een kind van 3 jaar oud noem je een

 Een kind van 1,5 jaar oud noem je een

Bij welke ontwikkeling hoort het achteruit gaan van zintuigen.

1. Lichamelijke ontwikkeling
2. geestelijke ontwikkeling
3. Motorische ontwikkeling
4. Sociale ontwikkeling

Hoe stimuleer je de zelfredzaamheid van ouderen?

1. Door de juiste hulpmiddelen aan te bieden.
2. Door ouderen te stimuleren tempo te maken.
3. Door eenvoudige taal te gebruiken.
4. Door ouderen weinig hulp aan te bieden.

Welk begrip past bij de omschrijving: ‘Mensen kunnen zichzelf redden, voor zichzelf zorgen.’?

1. Eigenwaarde
2. Motivatie
3. Zelfregie
4. Zelfredzaam

Wat is een cognitief kenmerk van een schoolkind

1. Prestatiegericht
2. Zeer fantasierijk
3. Faalangstig
4. Inlevingsvermogen

Vriendjes worden in de fase van schoolkind steeds belangrijker. Dit hoort bij..

1. Sociale ontwikkeling
2. Lichamelijke ontwikkeling
3. Geestelijke ontwikkeling

Wat is een doelgroep?

1. Een doelgroep is een groep mensen waar je je activiteit op richt.
2. Een doelgroep is een groep mensen die iets met elkaar gemeen hebben.
3. Een doelgroep is een groep mensen die samen activiteiten ondernemen.
4. Een doelgroep is een groep mensen die allemaal hetzelfde willen.

Piet gaat naar het kinderdagverblijf. De kinderen worden opgesplitst in leeftijd. Piet zit in een groep met jongens en met meisjes. Piet zit in een...

1. homogene en verticale groep
2. heterogene en horizontale groep
3. heterogene en verticale groep
4. homogene en horizontale groep