Gewicht; les 3 - schatten van gewicht; Route C
1 / 10
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Benodigdheden bij deze les:
- personenweegschaal
- iPad (per leerling)
- werkblad 1 t/m 3
Wat is het lichtst en wat het zwaarst?
100 gram
500 gram
1000 gram
Slide 2 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is wat en wat weeg je ermee?
Analoge keukenweegschaal
Digitale keukenweegschaal
Balans
Personenweegschaal
Slide 3 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 5 - Diapositive
Personenweegschaal
Nadat de leerlingen zelf na hebben gedacht over vraag 1 en 2 vertel je dat de olifantenbaby ongeveer 100 kilo weegt bij de geboorte. Dat is dus zwaarder dan de meeste mensen...! Hoeveel leerlingen van ongeveer 50 kilo wegen evenveel als een olifantenbaby?
Als een olifantenbaby al 100 kilo weegt, wat zou een volwassen olifant dan wegen? Schat het gewicht in kilogrammen.
Slide 6 - Question ouverte
Laat de leerlingen, na het schatten van het antwoord, opzoeken op internet hoeveel een volwassen olifant ongeveer weegt (ongeveer 3.000 tot 5.000 kilo).
Slide 7 - Diapositive
Bespreek na het maken van deze opdracht klassikaal waarom het handig is zware gewichten te kunnen schatten. Hoe zouden deze zware dingen bijvoorbeeld vervoerd worden (denk aan een verhuizing)? Wanneer is het handig om te weten dat iets bijvoorbeeld meer dan 100 kilo weegt? (draagkracht van lift, brug, stoel e.d.)
Slide 8 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat heb je geleerd?
Bedenk een beroep waarbij je te maken krijgt met zware gewichten. Hoe verplaats je die gewichten?
Bedenk een beroep waarbij je te maken krijgt met zware gewichten. Hoe verplaats je die gewichten?
Slide 9 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 10 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
