Limerick

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Limerick

Binnen één minuut zit je klaar voor de les.

Op tafel: schrift, etui, wisbordje.

Er was eens een vrouw uit Abcoude

Die heel graag op kattenvoer kauwde

Maar o wat een lol

Na zes blikken vol

Toen praatte ze niet meer, ze mauwde 

Welke zinnen rijmen?

A - Er was eens een vrouw uit Abcoude,

A - Die heel graag op kattenvoer kauwde,

B- Maar o wat een lol

B - Na zes blikken vol

A - Toen praatte ze niet meer, ze mauwde.

Er was eens een man uit Laren,

Hij ging op een dag naar Slagharen.

Hij ging met de boot,

En schaamde zich dood,

Hij wist niet hoe die moest varen.

A

A

A

B

B

B

Een jongeman uit Limerick

vond zichzelf wel een slimmerik.

Van elk appbericht,

maakte hij een mooi gedicht.

En zo ontstond dus de limerick

A

A

A

B

B

B

Regel 1

• Noem het persoon;
• Eindig op een plaatsnaam.

Regel 2

• Rijmt op de plaatsnaam (regel 1).

Regel 3 en 4

• Rijmen op elkaar;
• Zijn korte(re) regels.

Regel 5

• Rijmt op de plaatsnaam (regel 1 en 2);
• Geeft een clou.

Clou

Het grappige einde van een limerick, een mop of een verhaal.

Plaatsnamen
(waarop je kunt rijmen)

Ga aan de slag

Schrijf een limerick (in tweetallen)

1. Kies een plaatsnaam en persoon; Atlas?.

2. Wat gebeurt er met dit persoon;

3. Controleer je limerick.

Klaar: Schrijf nog een limerick zelfstandig 

Voorlezen!