Vrijdag 5 maart 2021

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Vrijdag 5 maart

Woordenschat

Nieuwe woorden thema Nederland

Spreken

Wat staat er in jouw agenda?

Pauze

Aardrijkskunde

Presentatie afmaken over de provincies

Klaar? Disk bronnen/bouwstenen thema Nederland

Woordenschat

Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema Nederland.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

amuseren

• plezier hebben;
• het leuk hebben;
• Ik amuseer mij, hij amuseert zich, wij amuseren ons
• zin: Ik amuseer mij op vakantie

aanvragen

• ik vraag aan, hij vraagt aan, wij vragen aan;
• een officiële manier om iets te vragen;
• vaak samen met een formulier invullen;
• Zin: Als je een document wilt hebben, moet je deze aanvragen.

de bezienswaardigheid

• iets wat interessant is om te bezoeken, omdat het bijzonder is om te zien;
• ieder land, iedere stad heeft een eigen bezienswaardigheid;
• zin: De bezienswaardigheid van Parijs is de Eiffeltoren.

de heuvel

• een lage berg;
• In Nederland zijn wel een paar heuvels;
• zin: Ieder land heeft wel een paar heuvels in het landschap.

de duin

• een heuvel van zand bij de zee en het strand;
• de heuvel houdt het zeewater tegen;
• zin: In Den Helder zie je veel duinen bij het strand.
  

Maak zinnen met de woorden.
Regels
- denk aan de leestekens en hoofdletters;
- je schrijft 3 zinnen

De woorden: de bezienswaardigheid, amuseren, de heuvel, de duin, aanvragen

Spreken

We oefenen met spreken:

verleden tijd, tegenwoordige tijd en toekomende tijd.

Werk in tweetallen. Vertel wat er in je agenda staat. De andere persoon schrijft het in de agenda.

Pauze

Korte pauze!

Aardrijkskunde

Nederland heeft 12 provincies.

Elke provincie heeft een eigen hoofdstad.

Elke provincie heeft een eigen vlag.

Over elke provincie kan je iets vertellen.

Opdracht:

• maak het werkblad;
• zoek de informatie op internet;
• gebruik wel je eigen woorden!
• maak een presentatie van jouw provincie;
• vertel over jouw provincie.

Klaar? Disk bronnen

en bouwstenen thema

Nederland