Maandag 5 juni 2023

Maandag 5 juni 2023
08.30 - 09.10  uur 
Hoe was het weekend?
Lezen in je leesboek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10 - 10.10 uur 
Woordenschat thema  Nederland
12.40 - 13.00 uur
sport
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.00 - 14.00 uur
sport 

10.30  - 11.20  uur  
Disk - zelfstandig werken
11.20 - 12.10 uur
Engels
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Maandag 5 juni 2023
08.30 - 09.10  uur 
Hoe was het weekend?
Lezen in je leesboek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10 - 10.10 uur 
Woordenschat thema  Nederland
12.40 - 13.00 uur
sport
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.00 - 14.00 uur
sport 

10.30  - 11.20  uur  
Disk - zelfstandig werken
11.20 - 12.10 uur
Engels

Slide 1 - Diapositive

Lezen 

Slide 2 - Diapositive

Woordenschat
Vandaag leer je vijf nieuwe woorden bij het thema Nederland

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 3 - Diapositive

de bezienswaardigheid
  • iets wat interessant is om te bezoeken 
  • iets wat bijzonder is om te zien
  • Zin: Als wij op vakantie gaan naar het buitenland dan zijn er veel bezienswaardigheden om te bekijken.
  • Zin: In Parijs is een van de grootste bezienswaardigheden de Eifeltoren. 

Slide 4 - Diapositive

de tegenstander
  • een persoon of een groep personen tegen wie je strijdt
  • een persoon die tegen iets is/ zijn
  • Zin: Afgelopen weekend heb ik getennist tegen een hele sterke tegenstander.
  • Zin: Toen corona heel erg was in Nederland had je veel tegenstanders die het niet eens waren met de maatregelen.

Slide 5 - Diapositive

uitdaging
  • een taak waarvoor je erg je best moet doen
  • vaak iets wat je nog niet eerder hebt gedaan
  • Zin: Mijn vriendinnen en ik hebben afgelopen winter samen voor het eerst geskied, dat was een hele uitdaging.
  • Zin: Als mijn broertje mee gaat voetballen met het Nederlands elftal zal dat een hele uitdaging zijn, hij is goed maar hij moet nog veel leren.

Slide 6 - Diapositive

opvangen
  • iemand helpen nadat er iets vervelends is gebeurd
  • luisteren 
  •  helpen
  • Zin: Toen mijn oma was overleden ving mijn vriendin mij op toen ze het nieuws hoorde.
  • Zin: Als ik mijn toets niet goed maak en ik ben teleurgesteld, dan vangt mijn docent mij op.

Slide 7 - Diapositive

verlangen
  • het gevoel dat je iets heel graag wilt hebben of doen
  •  een wens hebben
  • Zin: Ik verlang naar de zomer, omdat ik gek op de zon en de warmte ben.
  • Zin: Ik verlang naar een goede nacht slapen, want ik ben heel erg moe en slaap al drie dagen niet.

Slide 8 - Diapositive

Wat betekent :
bezienswaardigheden?
A
iets wat heel veel geld waard is
B
iets wat bijzonder is om te zien
C
iets wat je elke dag bekijkt
D
iets wat mensen niet willen bekijken

Slide 9 - Quiz

Waar wordt het woord:
de tegenstander goed gebruikt?
A
Is iemand die het altijd met anderen eens is.
B
Iemand tegen wie je een sportwedstijd speelt.
C
Iemand die aan dezelfde kant staat als jij.

Slide 10 - Quiz

Wat is:
het verlangen
A
Iets wat je heel graag wilt hebben of doen
B
Iets wat je hebt maar niet meer leuk vindt.
C
Iets wat je gekocht hebt in de winkel

Slide 11 - Quiz

Schrijf twee voorbeelden op van een uitdaging voor jou

Slide 12 - Carte mentale

Zoek een foto van een bezienswaardigheid

Slide 13 - Question ouverte

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 14 - Diapositive

Er staan op het voetbalveld twee teams en zij zijn ............. van elkaar.

Slide 15 - Question ouverte

Mijn .................... naar vakantie is heel groot, want ik ben daar echt aan toe.

Slide 16 - Question ouverte

Hij heeft gisteren zijn huisdier verloren, en nu ga ik hem ...................

Slide 17 - Question ouverte

Wij gaan volgende week naar Rome, en dan wil ik zeker de ........................... gaan bekijken.

Slide 18 - Question ouverte

Het meisje gaat morgen naar een nieuwe klas, dat is best een ................. voor haar.

Slide 19 - Question ouverte

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin met één of meer woorden: 
bezienswaardigheden, de tegenstander, uitdaging, opvangen, verlangen


Slide 20 - Diapositive

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 21 - Diapositive

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen disk thema toekomst.


Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 22 - Diapositive

English
Holmwoods

Slide 23 - Diapositive

Pauze
    Pauze 
timer
30:00

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive