4BB hfst 7 laatste les

Hoofdstuk 7 Ademen 
7.1 Ademen
7.2 Ademhalingsstelsel. 
7.3 Luchtwegproblemen
7.4 Ademhaling bij dieren en 
planten
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 7 Ademen 
7.1 Ademen
7.2 Ademhalingsstelsel. 
7.3 Luchtwegproblemen
7.4 Ademhaling bij dieren en 
planten

Slide 1 - Diapositive

Hoe ademen planten?

Slide 2 - Diapositive

Hoe ademen planten?
Planten maken zelf zuurstof door fotosynthese

Slide 3 - Diapositive

Hoe komen wij aan energie?
  • Energie komt uit de verbranding van energierijke stoffen, vooral glucose.

  • Voor de verbranding is ook zuurstof nodig.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Waarom ga je bij inspanning sneller ademhalen?

Meer inspanning --> meer energie nodig --> meer zuurstof nodig

Meer inspanning --> meer energie nodig --> meer koolstofdioxide

Als je sneller ademt, dan:
  • krijg je meer zuurstof binnen
  • raak je meer koolstofdioxide kwijt

Slide 6 - Diapositive

Ademen 

Slide 7 - Diapositive

Ademhalingsstelsel

Slide 8 - Diapositive

Gaswisseling
  • Longblaasjes
  • Haarvaten
  • Zuurstof & koolstofdioxide:

Zuurstof gaat naar je bloed
Koolstofdioxide gaat uit je bloed

Slide 9 - Diapositive

Waarom kun je het beste door je neus ademen?
  1. De lucht wordt schoon gemaakt.
  2. Je neus maakt de lucht warm
  3. De lucht wordt "gekeurd".
  4. De lucht wordt vochtig gemaakt

Slide 10 - Diapositive

Wat doen de slijmvliezen in je luchtwegen?
Slijmcellen;
Maken slijm: stof en bacteriën blijven daarin plakken.
Trilhaarcellen;
Kleine bewegende haartjes "trillen" het vieze slijm naar boven.

Slijmvliezen zijn warm (door de vele bloedvaatjes) en slijm is vochtig.
Schone, warme en vochtige lucht beschermt de longblaasjes (minder snel infecties).

Slide 11 - Diapositive

Hoesten is een manier om je longen, bronchiën en luchtpijp schoon te maken.

Slide 12 - Diapositive

Astma
Luchtpijptakjes nauwer
  • Samentrekken spieren
  • Zwelling slijmvlies
  • Meer slijm
Moeilijk ademen, benauwd

Medicatie

Slide 13 - Diapositive

Chronische bronchitis
  • Slijmvliezen ontstoken
  • Meer slijm
  • Slijmvliezen dikker
Minder lucht naar de longblaasjes

Benauwd, hoesten

Slide 14 - Diapositive

Longemfyseem
Longblaasjes gaan stuk
Minder zuurstof naar het bloed
Benauwd

COPD; verzamelnaam voor chronische longziekten zoals bronchitis en longemfyseem.

Slide 15 - Diapositive

Wat zijn de gevolgen van roken?
3 belangrijkste stoffen:
- Nicotine
Verslavend: door deze stof krijg je steeds zin in roken
Nicotine komt via de longblaasjes in het bloed en gaat zo naar de hersenen
- Koolstofmonoxide
Koolstofmonoxide neemt de plaats in van zuurstof. Hierdoor krijgen je cellen minder zuurstof.
Bij inspanning raak je dan sneller vermoeid
- Teer
Teer blijft als een zwart-bruine laag in je longen plakken. Hierdoor gaat er minder zuurstof naar je bloed.

Slide 16 - Diapositive

Gevolgen van teer
  1. Je hebt meer kans op longkanker, want teer is kankerverwekkend.
  2. Je hebt meer kans op longemfyseem, omdat door teer de longblaasjes kapot gaan.
  3. Je hebt meer kans op chronische bronchitis,
want teer maakt de trilhaarcellen kapot.
(Slijm met vuil en bacteriën kunnen niet goed 
meer worden afgevoerd)

Slide 17 - Diapositive

Hoe ademen insecten?
Insecten hebben ademhalingsbuizen. Die heten tracheeën.
Die tracheeën komen uit in de huid.
Daar zie je gaatjes. Die heten stigma's.

- Achterlijf groter maken --> lucht met 
zuurstof wordt in tracheeën gezogen
- Achterlijf kleiner maken --> lucht met 
koolstofdioxide wordt naar buiten 
geperst

Slide 18 - Diapositive

Ademhaling insecten
Tracheeën lopen door het hele lichaam, ook door de poten en kop


Slide 19 - Diapositive

Hoe ademen vissen?

Slide 20 - Diapositive

Hoe ademen vissen?
Vissen hebben kieuwen --> liggen in de kieuwholte --> is afgedekt met het kieuwdeksel
- Vis opent bek en neemt hap water met zuurstof --> kieuwdeksel is dicht
- Vis sluit bek --> kieuwdeksel gaat open --> water stroomt naar buiten langs de kieuwen

Slide 21 - Diapositive

Hoe ademen vogels?
Ze hebben longen, net als mensen.

Vogels hebben luchtzakjes
(aan de longen vast) met reservelucht.

Slide 22 - Diapositive

Hoe ademen reptielen?
Ze hebben longen, net als mensen.

Het verschilt per reptiel of het één long is (slang)
of twee longen.

Slide 23 - Diapositive

Ademhaling bij amfibieën
Hoe ademen amfibieën?

  • Amfibieën (kikkers en salamanders) --> Ademen op twee manieren
    - Huid & kieuwen (jonge amfibieën)         OF
    - Huid & longen (volwassen amfibieën)

    - Ze hebben een hele dunne huid, zuurstof gaat door de huid
        --> direct in het bloed
    - Jonge amfibieën leven in het water, hebben kieuwen
        --> buiten het lichaam
    - Volwassen amfibieën hebben ook longen (net als de mens)

Slide 24 - Diapositive

Hoe ademen amfibieën?

Slide 25 - Diapositive

Hoe ademen planten?

Slide 26 - Diapositive

Hoe ademen planten?
Planten maken zelf zuurstof door fotosynthese

Slide 27 - Diapositive

Fotosynthese

Slide 28 - Diapositive


Nakijken huiswerk

Huiswerk:
Maken: 
Test jezelf blz. 46 t/m 49

Leren hoofdstuk 7




Slide 29 - Diapositive

Wat weet je nog van......

Fotosynthese en verbranding?

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Welke stoffen zijn nodig voor fotosynthese?
A
Zuurstof en glucose
B
Koolstofdioxide en water
C
Zuurstof en water
D
Koolstofdioxde en zuurstof

Slide 33 - Quiz

Wat is de energiebron bij de fotosynthese?
A
de zon (licht)
B
zuurstof
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 34 - Quiz

Welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Alleen glucose
B
Glucose en koolstofdioxide
C
Glucose en zuurstof
D
Water, koolstofdioxide en glucose

Slide 35 - Quiz

Ook 's nachts vindt er in planten fotosynthese plaats
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

Waar in de plant vindt fotosynthese plaats?
A
celkern
B
bladgroenkorrels
C
vacuole
D
celwand

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Wat is het doel van verbranding?
A
glucose verbruiken
B
zuurstof maken
C
energie vastleggen
D
energie vrijmaken

Slide 40 - Quiz

Welke stoffen zijn nodig voor verbranding?
A
Glucose
B
Zuurstof
C
Glucose en zuurstof
D
Water en koolstofdioxide

Slide 41 - Quiz

Welk gas ontstaat bij de verbranding?
A
Koolstofdioxide
B
Zuurstof
C
Glucose
D
Water

Slide 42 - Quiz